AMSTERDAM - De tentoonstelling Amsterdamse meiden bestaat uit ruim 50 vintage portretten en contactvellen uit het analoge archief van de Amerikaanse fotograaf Remsen Wolff (1940-1998).


Tussen 1990 en 1992 spendeerde Wolff een maand per jaar in het American Hotel in Amsterdam voor het project Special Girls - A Celebration, een reeks portretten van transgenders in New York en Amsterdam - de stad die destijds te boek stond als ‘gay capital of Europe’. Deze unieke portretten zijn nu eens uitbundig en glamorous, dan weer ingetogen en kwetsbaar. Gezamenlijk geven de foto’s een beeld van een grote verscheidenheid in gender-fluïditeit in het Amsterdam van de jaren 90, dat verder gaat dan het publieke leven dat zich afspeelde in notoire nachtclubs als Club RoXY en iT. De individuen die Wolff voor de lens had lopen uiteen van bekende figuren als Jet Brandsteder (aka Francine), Hellun Zelluf en Vera Springveer (veelgeziene performers in RoXY en Mazzo), tot onbekende transseksuelen die vaak in eenzaamheid en onzekerheid worstelden met hun genderidentiteit.

Remsen Wolff groeide op in New York, als enig kind van de bekende schilder Isabel Bishop en de neuroloog en psychiater Harold Wolff. De fotograaf ging naar de prestigieuze kostschool Phillips Exeter Academy en studeerde kunstgeschiedenis aan Harvard University. Wolff trouwde en kreeg twee dochters, maar verliet uiteindelijk het gezin. Na in Texas valselijk te zijn beschuldigd van meerdere moorden werd in de jaren tachtig een royale geldelijke compensatie uitgekeerd. Samen met een erfenis (Wolff's moeder overleed in 1988), stelde dit geld Wolff in staat zich volledig aan fotografie te wijden.

Wolff genoot nooit een formele opleiding tot fotograaf. De benadering is intuïtief en uiterst persoonlijk. De fotograaf worstelde met de genderidentiteit en legde een voorliefde voor transgenders, transseksuelen en drag queens aan de dag, die vanaf 1990 veelvuldig door Wolff zijn geportretteerd. In dat jaar startte het project Special Girls - A Celebration, dat uitgroeide tot ruim 100.000 foto’s. Helaas bleef Wolffs werk bij leven onderbelicht. Een door de fotograaf geambieerde publicatie kwam er niet en het werk werd maar mondjesmaat getoond. Wolff stierf op 58-jarige leeftijd als Vivienne ‘Viv’ Blum aan een overdosis morfine. Het omvangrijke archief van 200.000 negatieven, dat 40 jaar beslaat, werd nagelaten aan Amsterdamse studio-assistent Jochem Brouwer. Het Amsterdamse werk van deze uitzonderlijke portretfotograaf wordt in Foam voor het eerst getoond.