AMSTELVEEN - Met haar nieuwste roman ‘Wat wij nalaten’ bevestigt Joyce Bergvelt opnieuw haar talent voor het verkennen van menselijke relaties tegen een gelaagde historische achtergrond. Na het succesvolle ‘Formosa voorgoed verloren’, dat zich afspeelt in het 17e-eeuwse Taiwan, en ‘Commandeur van de Kaap’, over het Nederlandse koloniale verleden in Zuid-Afrika, laat ze nu een intiemer, maar niet minder indringend verhaal zien. Al kort na de recente boeklancering bij Boekhandel Blankevoort in Amstelveen waren de eerste reacties lovend.


In dit gesprek vertelt Joyce over haar inspiratie, het belang van historische context, en wat literatuur kan onthullen over wat mensen — bewust of onbewust — nalaten. Naar aanleiding van de verschijning van haar derde roman, stelden wij Joyce Bergvelt enkele vragen.

‘Wat wij nalaten’ klinkt als een universeel thema. Hoe ontstond dit verhaal?
Zo’n vijftien jaar geleden hoorde ik dat er binnen mijn familie iets bijzonders was gebeurd. Twee broers van mijn oma - Frans en Jan Fontaine, mijn oudooms dus, waren voor hun rol in het Verzet opgepakt door de Duitsers. Van Jan wisten ze al vrij snel dat hij was overleden, maar over Frans werd niets meer vernomen, ondanks jarenlang navraag te hebben gedaan. Tot in 2010 dus. Pas toen, zestig jaar later, kwamen ze erachter wat er met hem was gebeurd, waar hij was gestorven, waar hij begraven ligt. Ik vond dit zo bizar. De Duitsers hadden hun administratie altijd heel goed op orde wat er met de gevangenen gebeurde, tot in elk detail. Hoe kan het nou, dat zulke informatie pas 65 jaar boven water komt? Dit hield mij toen zo bezig, dat mijn hersenen er mee aan de haal gingen en allerlei verklaringen gingen zoeken. Zo kwam ik ook met dit scenario. Waarom ik het per se wilde opschrijven, wist ik toen niet. Ik was erdoor geobsedeerd. Pas nu, na de eerste reacties te hebben ontvangen van mijn familieleden die het hebben gelezen, begrijp ik het pas. Het was gewoon bedoeld dat ik het zou schrijven.

Je eerdere boeken speelden zich af in verre tijden en oorden. In hoeverre sluit deze roman daarop aan?
Niet echt, eigenlijk. Maar op een andere manier weer wel. Misschien dat alle drie de verhalen, ondanks het verband met de Nederlandse geschiedenis, ook in andere landen plaatsvinden. ‘Wat wij nalaten’ speelt zich immers, naast Nederland, ook af in Duitsland en Canada.

Mijn eerste historische roman ‘Formosa voorgoed verloren’ kwam eigenlijk voort uit mijn afstudeerscriptie. Mijn tweede, ‘Commandeur van de Kaap’, ontstond omdat ik nog heel erg in de VOC-sfeer zat, de zeventiende eeuw, en door mijn fascinatie voor die vroege geschiedenis van Zuid-Afrika, en voor Simon van der Stel, het historisch personage om wie het verhaal draait.

Iets anders dat ze gemeen hebben is dat ik toch altijd dat grijze gebied in duik. Ik kies geen kant, ik probeer de nuance op te zoeken, het verhaal te vertellen zoals het is. Het verlies van Taiwan als kolonie in de zeventiende eeuw in ‘Formosa voorgoed verloren’, bijvoorbeeld, was voor een groot deel te danken aan de kortzichtigheid en baatzucht van de Nederlanders. Dat heb ik precies zo in het boek verwerkt. Daar wind ik geen doekjes om. In ‘Commandeur van de Kaap’ plaats ik het verhaal in de tijd dat de slavernij een door de maatschappij geaccepteerd economisch systeem was waarvoor toen geen alternatief bestond om Europa van suiker, cacao en nootmuskaat op grote schaal te voorzien en tegelijkertijd winst te maken. Ik verbloem dat niet: dat waren immers totaal andere tijden met hele andere normen en waarden. Dat politiek correcte woord ‘tot slaaf gemaakte’ dat we tegenwoordig gebruiken, komt bijvoorbeeld niet voor in het boek.

‘Wat wij nalaten’ is een heel ander soort boek, en is voor de helft vanuit Duits perspectief geschreven. Ik laat dus ook de familie aan het woord van een jonge Duitse soldaat die ongewild de oorlog is ingesleurd, en hoe het voor hen is, om opnieuw hun oorlogsverleden onder ogen te moeten zien. Ook die kant wilde ik belichten.

Wat wij nalaten is net verschenen en wordt al enthousiast ontvangen. Wat was voor jou de aanleiding om juist dit verhaal te vertellen?
Goede vraag, daar heb ik niet echt een duidelijk antwoord op. Zoals ik al eerder zei, ontstond het doordat ik geïnspireerd raakte door wat er zich mogelijk had afgespeeld rond de verdwijning van mijn oudoom. Het heeft een lange tijd in een la gelegen, en ik had het daarbij kunnen laten. Toch had ik die drang, dat gevoel, van ‘het moet er toch komen’. Toen heb ik het weer tevoorschijn gehaald, er opnieuw aan gewerkt en het herschreven. Waarom? Mogelijk omdat de na-effecten van de oorlog nog steeds doorwerken voor de generaties die erop volgden. Dat merk ik wanneer ik de verhalen hoor van anderen: dat zoveel andere families nu nog steeds met de vraag zitten: wat is er met vader, oom of opa gebeurd? Nog steeds worden er velen vermist, tot op de dag van vandaag. Wat doet dat met je? Het blijft nog actueel, vooral met de oorlogsdreiging van de laatste tijd. Maar ook: wordt het na 80 jaar niet eens tijd om een doorsnee Duitse familie aan het woord te laten, voor wie de oorlog ook nog doorwerkt? Dat soort vragen. Het was gewoon zo bedoeld.

Zonder al te veel weg te geven: waarover gaat het boek?
Het gaat over twee broers uit Amstelveen die in het Verzet zitten, en in de laatste paar maanden van de oorlog samen met twaalf anderen worden opgepakt en afgevoerd. Een van hen komt in contact met de achttienjarige Duitse soldaat Mathias, die nauw betrokken raakt met hun lot. Hij weet als enige wat er met hen is gebeurd, en alhoewel hij wel de intentie heeft de waarheid kenbaar te maken, doet hij dat niet. Pas wanneer hij stervende is, meer dan zestig jaar later, dwingt zijn schuldgevoel hem het te vertellen, en de verantwoordelijkheid op de schouders van zijn dochters te leggen. Dit ontploft als een bom binnen zijn familie, die vervolgens sterk verdeeld raakt over of ze wel of geen actie moeten ondernemen. Ondanks het feit dat haar familie het niet met haar eens is, vindt Anna, Mathias’ dochter, dat ze wel wat moet doen.

Twee jaar later krijgt Pieter van de Velde, die na de oorlog naar Canada is geëmigreerd, te horen wat er met zijn broers is gebeurd. Ook zijn verleden wordt opgerakeld. Met alle emoties als gevolg. En dan leert ook zijn familie wat hij meer dan zestig jaar lang voor hen heeft verzwegen.

De titel roept meteen vragen op. Wat betekent "nalaten" in de context van jouw verhaal — gaat het over familie, geschiedenis, schuld?
Alle drie! Maar met name familie en schuld. Het doorschuiven van schuld, het belasten van een volgende generatie met een zware gewetenskwestie. Je familie iets laten beloven op je sterfbed. Iets dat helemaal niet eerlijk is. Maar ook het nalaten in de zin van iets niet doen. Wat Mathias dus al die jaren niet heeft gedaan. De titel kan dus eigenlijk op twee mogelijke manieren worden geïnterpreteerd.

Welke thema’s spelen een centrale rol in ‘Wat wij nalaten’ en hoe verhouden die zich tot de actualiteit?
Ik weet niet of ik bewust met thema’s werk, maar als je dit thema’s kunt noemen: het belasten van en het doorschuiven van gewetenskwesties naar de volgende generatie, het doorwerken van de oorlog op de volgende generaties, en hoe het is te rouwen om geliefden die nog steeds worden vermist. En natuurlijk: de keuze maken tussen het verleden te laten rusten of ‘het juiste’ doen, wat dat ook mag zijn.

Mensen worden nog steeds vermist, dus dat is en blijft iets actueels. En er is weer oorlogsdreiging, van meerdere kanten. Dus dat trauma zal opnieuw doorwerken op de komende generaties.

Je eerdere romans, ‘Formosa voorgoed verloren’ en ‘Commandeur van de Kaap’, waren sterk historisch van aard. In hoeverre sluit dit boek aan bij die lijn, of is het juist een breuk?

Ik denk dat je dit wel een breuk kunt noemen! Wanneer mag je een historische roman een historische roman noemen? Daar zijn de meningen over verdeeld. Mijn nieuwe boek speelt zich slechts gedeeltelijk af in het verleden – in dit geval 80 jaar geleden. Inderdaad een groot verschil gezien de verhalen in mijn vorige boeken meer dan 4 eeuwen geleden plaatsvonden.

Put je voor je verhalen vooral uit persoonlijke fascinatie, familiegeschiedenis of maatschappelijke kwesties?
Vooral uit persoonlijke fascinatie, en mijn belangstelling voor geschiedenis. Alhoewel ‘Wat wij nalaten’ natuurlijk geïnspireerd is door de verdwijning van mijn oudoom. Maar ook maatschappelijk, want de oorlog raakt ons nog steeds allemaal, op een of andere manier. We dragen die last van onze ouders of grootouders toch, bewust of onbewust, met ons mee.

Hoe lang heb je aan ‘Wat wij nalaten gewerkt’ en hoe verliep het schrijfproces?

Het is alweer een tijd geleden dat ik de eerste ruwe versie schreef. Daar ben ik misschien een jaartje of zo mee bezig geweest. In die tijd volgde ik een weekendlang een Masterclass schrijven en dat heeft me op weg geholpen. Toch belandde het, na een onsuccesvolle poging om een uitgever te vinden, in de la. Toen ik het jaren later weer tevoorschijn haalde zag ik wat eraan mankeerde. Ik heb het toen drastisch herschreven. Een klus waar ik wel een aantal maanden mee bezig geweest omdat ik de volgorde meerdere malen heb omgegooid. Ik heb toen een hele reeks kaartjes op de grond gelegd met daarop de steekwoorden voor ieder hoofdstuk, daar weer foto’s van gemaakt, eindeloos gepuzzeld en uiteindelijk de beste volgorde uitgekozen. Ik heb ook het perspectief van een van de personages veranderd van de derde persoon naar het ‘ik’ perspectief. Dat vergt dan best wel wat herschrijfrondes. Denk aan de tijden, de grammatica, een heel gedoe was dat.

Zijn er scènes of personages in het boek die je bijzonder dierbaar zijn, of die je moeite hebben gekost om op papier te krijgen?

Eén scene was zeker moeilijk, dat was een hele belangrijke, cruciale scene in een van de eerste hoofdstukken. Die had ik in eerste instantie namelijk veel later in het boek geplaatst. Vandaar dat het heel erg nauw luisterde dat ik het zo moest neerzetten, dat de lezer bewust is van het belang ervan, zonder te veel weg te geven. Dat was best lastig, om die balans goed te vinden.

Wat heb je zelf geleerd tijdens het schrijven van je boeken — over de onderwerpen, over schrijven, of misschien over jezelf?

Nou er ging behoorlijk wat research vooraf aan het schrijven van m’n vorige twee romans voordat ik begon met schrijven, omdat ze gebaseerd zijn op historische gebeurtenissen en op mensen die echt hebben bestaan.

Maar dit laatste boek vloeide er gewoon uit, het verhaal kwam vanzelf, ik kon m’n fantasie de vrije loop laten. Dat vond ik echt heerlijk, best een bevrijding. Dat smaakt echt naar meer! Natuurlijk heb ik ook wat research voor dit boek gedaan, maar dat kwam pas later, voor de details, om te zien of alles wat ik schreef wel klopte, of om de tijdsgeest beter te kunnen vangen. Ik kwam er dus eigenlijk achter dat ik het heel fijn vind om gewoon te kunnen schrijven wat me wordt ingegeven.

Hoe was de boekpresentatie bij Boekhandel Blankevoort voor jou?

Heel bijzonder. Omdat het dus geïnspireerd is op wat er met mijn oudoom was gebeurd, kon ik niet om m’n familie heen toen ik eenmaal wist dat het boek echt zou verschijnen. Dat vind ik wel zo fatsoenlijk. Ik heb ze toen uitgebreid ingelicht dat het, alhoewel geïnspireerd door waargebeurde elementen, het toch echt een roman is. Daar hadden ze vrede mee. Ik wilde hen erbij betrekken.

Niet alleen heb ik het boek opgedragen aan mijn twee oudooms, ik heb ook de drie nog levende kinderen benaderd om bij de presentatie te zijn. Dat zijn achternichten en neven van mijn generatie en die van mijn moeder, sommigen daarvan zijn boven de negentig, die had ik echt decennia niet gezien. Alle takken van de familie waren vertegenwoordigd. Het leverde ook best wel emotionele momenten op, vooral bij het overhandigen van het boek aan de oudste van de drie. Ik had een kippenvel momentje: in het einde van het boek wordt er door een vrouw een gedicht voorgedragen aan haar verdwenen vader, die zij nooit heeft gekend omdat ze nog niet geboren was toen die verdween. Dat gedicht heb ik tijdens de presentatie voorgelezen. Kwam daarna m’n achterneef naar me toe om me te vertellen dat hij er diep door was geraakt. Wat bleek? Hij was ook nog niet geboren toen zijn vader verdween en dat wist ik echt niet toen ik het schreef. Dus mijn verzonnen fictie zat wel heel erg dicht bij de waarheid.

Heb je al reacties van lezers ontvangen die je geraakt of verrast hebben?
Ja. Meerdere mensen hebben het boek vrijwel in een ruk uitgelezen. Je doet natuurlijk je best, maar ik had niet gedacht dat het zo’n page-turner zou zijn. In een recensie schreef iemand dat ik het had geschreven alsof ik zelf de oorlog had beleefd. Nog iets: een lezer van bijna negentig die ook mijn eerdere boeken heeft gelezen was verrast en onder de indruk over hoe ik het taalgebruik uit de oorlogsperiode heb weten te vangen. Dat iemand die de oorlog zelf heeft meegemaakt dat tegen mij zegt, vind ik een groot compliment.

Wat hoop je dat lezers meenemen uit dit boek — een gevoel, een vraag, een inzicht?

Dat niets zwart-wit is, dat er altijd een andere kant is van het verhaal, en dat je daarom voorzichtig moet zijn met oordelen. En dat het nu, tachtig jaar later, echt wel het moment is om dat in te zien. Ik hoorde laatst op het nieuws dat er voor het eerst ook Duitse militairen hebben meegelopen met het defilé tijdens de herdenkingen dit jaar. Dat is precies wat ik met mijn boek ook wil doen: om dat onuitgesproken taboe te doorbreken.

Je hebt nu drie romans geschreven. Zie je zelf een rode draad in je oeuvre ontstaan?
Eén misschien: dat mijn verhalen zich allemaal voor een groot deel in andere landen afspelen. En ook dat ik als verteller tracht geheel neutraal te blijven, geen oordeel vel, en trouw blijf aan de normen en waarden van de tijd waarin het verhaal zich plaatsvindt.

Zijn er onderwerpen of tijdperken waar je nog graag over zou schrijven?

Er is mij ooit verteld over een bijgeloof: dat het ongeluk brengt om te praten over andere boeken die je wilt schrijven in de toekomst. Noem me bijgelovig, maar daar hou ik me aan. Ik heb een klein zwart notitieboekje waarin ik mijn boekideeën opschrijf, de scenarios. Sommigen dwingen zich harder aan mij op dan anderen. Er is een idee dat wel hard bij me boven komt borrelen. Omdat ik vroeger in Taiwan heb gewoond, heb, ik, in navolging van m’n historische roman over de Nederlandse bezetting van Taiwan, de ambitie om een roman te schrijven over Taiwans recentere geschiedenis, wat er zich afspeelde in de vorige eeuw. Daar komt nu steeds meer over naar buiten. Veel meer wil ik daar nu liever nog niet over zeggen.

Wat zou je jongere zelf — toen je net begon met schrijven — nu willen meegeven?
Nou, ik begon pas vrij laat met schrijven, pas toen ik over de veertig was. Maar als ik mijn écht veel jongere zelf een advies had kunnen geven? Bijvoorbeeld als twintiger? Begin NU met schrijven, wacht niet. In die tijd concurreerde je niet met het internet, met streaming diensten, met social media of online gamen. Nu is het zoveel moeilijker om van schrijven te kunnen leven. De concurrentie is moordend, er worden zoveel boeken geschreven.

Je werk kenmerkt zich door sterke historische lijnen. Wat betekent geschiedenis voor jou als schrijver — decor, spiegel, waarschuwing?

Ik heb altijd een grote voorliefde gehad voor geschiedenis. Wil altijd alles weten hoe wat waar en waarom iets gebeurde, dat heb ik van m’n vader. Ik was als tiener al verslingerd aan op waarheid gebaseerde historische romans, toen woonde ik in Engeland waar het genre al heel lang populair is. Ik vind het werkelijk fascinerend hoe gebeurtenissen uit het verre verleden nog eeuwen door kunnen dreunen, zoals het koloniseren van landen, de slavernij, oorlogen. En ja, we moeten lessen blijven trekken uit de geschiedenis, de fouten die zijn gemaakt, bijvoorbeeld hoe 80 jaar geleden door een groepje Westerse mannen werd bepaald waar de grenzen tussen landen moesten komen, zonder enig respect voor religie, taal en cultuur of geschiedenis. We worden nog steeds wereldwijd geconfronteerd met de gevolgen daarvan. Kijk naar Israël en Palestina. Naar Afrika. Oekraïne en nu, opnieuw, naar India en Pakistan met Kashmir.

Hoe vind je de balans tussen feit en fictie in je romans? Waar ligt voor jou de grens tussen historische trouw en literaire vrijheid?

Op het omslag van mijn historische romans, staat ‘roman’, dus ik ben er eerlijk in tegenover de lezer dat ik fictie met feiten verweef.

Ik kreeg die vraag vaak over ‘Formosa voorgoed verloren’. Mijn antwoord voor dat boek is 80% geschiedenis, 20% fictie. Die roman kwam ook voort uit mijn afstudeerscriptie, dus ik kon de geschiedenis redelijk trouw door middel van scenes vertellen.

In ‘Commandeur van de Kaap’, over Simon van der Stel, was die verhouding anders, omdat ik het schreef vanuit het perspectief van vijf vrouwen in zijn leven. Van de een -Johanna Six, het nichtje van Jan- was veel materiaal te vinden, maar over een slavin die in zijn huis opgroeide, weer juist heel weinig. Daar moest ik wel m’n fantasie de vrije loop geven. Een roman vraagt om scenes, om dialogen, om personages van vlees en bloed. Ik probeer het wel zo waarschijnlijk mogelijk te maken, en waar mogelijk houd ik mij zoveel mogelijk aan wat de bronnen mij vertellen. Aan ‘Commandeur’ heb ik achterin wel stambomen en een historische tijdslijn toegevoegd. Dan weet de lezer wat er in grote lijnen werkelijk is gebeurd. Nederlanders zijn een beetje puristen wat dat betreft, die willen in het algemeen weten wat nou echt is, en wat niet, maar daar komt nu gelukkig langzaam verandering in. Het genre wordt ook hier populairder.

Heb je tijdens je research voor je boeken weleens bronnen of verhalen gevonden die je perspectief compleet veranderden?
Ja! Toen ik ervoor koos mijn afstudeerscriptie over de VOC periode in Taiwan te schrijven, was ik met name gefascineerd door de Chinese piratenzoon die de Nederlanders van het eiland afmikte. Maar hoe meer ik te weten kwam, hoe meer ik besefte dat het verhaal van de laatste VOC gouverneur in Taiwan net zo interessant was. In de roman die ik 20 jaar later schreef is het een evenwichtige balans geworden tussen de twee.

Voor wat betreft die andere betekenis van ‘perspectief’: toen ik onderzoek deed voor ‘Commandeur’ worstelde ik in het begin met de perspectiefkeuze. Toen stuitte ik op vijf vrouwen in Van der Stels leven, die aan hem verwant waren, hem goed kenden, een huishouden met hem deelden en zo. Hun eigen verhaallijnen waren nauw met die van hem verbonden, en waren op z’n minst zo interessant. Dus in dat aspect van ‘perspectief’ heb ik me laten leiden, en besloot ik al snel het verhaal vanuit hun kant te vertellen.

Literatuur heeft de kracht om vergeten verhalen tot leven te brengen. In hoeverre zie jij je eigen werk als een bijdrage aan historisch bewustzijn?

Ik hoop echt dat ik daar iets aan bij kan dragen met mijn boeken, en misschien dat ik daarom ook voor dit genre heb gekozen: het brengt de geschiedenis écht tot leven. ‘Formosa voorgoed verloren’ is een goed voorbeeld van hoe het heeft bijgedragen aan dat bewustzijn. Ook al is het 400 jaar geleden gebeurd, het is een politiek beladen verhaal dat door verschillende Chinese dynastiën en Taiwanese regimes op meerdere manieren is verteld, en herschreven, op een manier zoals hen het op dat moment uitkwam. Vooral gezien de parallellen met recentere geschiedenis. Er werd geregeld een oneerlijke, en vervalste draai aan gegeven. Ik ben geen Taiwanees of Chinees, maar een neutrale buitenstaander die het kan schrijven zoals het is gebeurd, zonder rekening te hoeven houden met politieke gevoeligheden, of zelfs gevolgen. Het boek verscheen precies op het juiste moment, dat blijkt tenminste uit het feit dat er een Engelse en Chinese editie verschenen, die het overigens zeer goed doen, vooral in Taiwan. Meerdere recensenten meenden dat ik als romanschrijver meer heb betekend voor het bekendmaken van deze vrijwel onbekende, gedeelde geschiedenis, dan welke historicus ook. Voor mij een enorm compliment, en misschien ook een antwoord op je vraag?

Joyce Bergvelt schrijft verhalen die je als lezer niet alleen meeslepen, maar ook aanzetten tot reflectie — over afkomst, over verantwoordelijkheid, en over wat we bewust of onbewust doorgeven aan volgende generaties. Met ‘Wat wij nalaten’ toont ze opnieuw dat literatuur een brug kan slaan tussen persoonlijke en collectieve geschiedenis. Een roman die blijft resoneren, lang nadat je de laatste bladzijde hebt omgeslagen.


Boek bestellen
Benieuwd geworden naar ‘Wat wij nalaten’’? Deze roman is onder meer te bestellen via https://uitgeverijdoornwater.nl/romans/wat-wij-nalaten-door-joyce-bergvelt. Voor meer informatie over de auteur en haar werk, zie www.joycebergvelt.com