AMSTERDAM - In Pakhuis de Zwijger vond gisteravond het Grote Klimaatdebat plaats. Vertegenwoordigers van D66, GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren, CDA en SP gingen met elkaar in de debat. Het gesprek stond onder leiding van Daan Zieren (Jonge Klimaatbeweging) en Hajar Yagkoubi (public speaker en voormalig VN-jongerenvertegenwoordiger).

Na een korte voorstelronde kregen de bezoekers enkele vragen om te peilen wat er leefde in de zaal. De aanwezigen kregen eerst de vraag of het nieuwe kabinet vol voor klimaatbeleid kiest. Slechts een kleine groep bezoekers stond op. 'Ik verwacht dat het in een formatie toch verwatert', zei een van de aanwezigen. Toch klonk er ook optimisme. 'Klimaat is gezakt op de lijst waarop kiezers hun stem baseren', merkte een ander op, 'maar ik hoop echt dat we de komende weken het thema meer naar voren brengen.'

Gelijke verdeling uitstoot

Programmadirecteur Eline Bosma (Greenpeace) beet het spits af met de stelling dat de resterende mondiale uitstoot eerlijk verdeeld moet raken over alle wereldburgers. Alle vijf politici gingen daarin niet mee. Over de tijdlijn ontstond verschil. Christine Teunissen (Partij voor de Dieren) en Suzanne Kröger (GroenLinks-PvdA) wezen op 2030 of 2040, terwijl CDA en D66 later mikten.

'2030 is onmogelijk', stelde Ilana Rooderkerk (D66). 'Dan jagen we bedrijven weg en verlies je werkgelegenheid.' Volgens Teunissen kwam het thema tijdens de algemene beschouwingen nauwelijks ter sprake. Kröger acht 2040 haalbaar en CDA'er Poortman benadrukte het belang van Europese afspraken. Sandra Beckerman (SP) schoof een eenvoudiger doel naar voren uit het verkiezingsprogramma van de SP: gratis openbaar vervoer.

In de zaal klonk kritiek bij enkele bezoekers: 'Dit voelt niet echt als een debat. VVD en BBB ontbreken. Nu ligt de focus telkens op het CDA.' En een andere bezoeker voegde toe: 'de moderatoren zijn ook nog al gekleurd.'

Bedrijven of overheid?

Vicevoorzitter Ruben Bruin (Jonge Klimaatbeweging) introduceerde de volgende stelling: jongeren profiteren pas echt als de overheid de rekening van verduurzaming op zich neemt in plaats van bedrijven. Beckerman (SP) pleitte voor aanpak van grote vervuilers zoals Tata Steel en meer zeggenschap voor het personeel. 'Anders gaat het geld rechtstreeks naar India.'

Poortman (CDA) kreeg opnieuw kritiek van de andere vier. Hij verdedigde de koers van het CDA rond de afschaffing van de CO₂-heffing. Volgens hem kampen bedrijven met hoge energieprijzen en capaciteitstekort op het netwerk: 'De randvoorwaarden om verduurzaming van de industrie te realiseren niet goed zijn uitgewerkt en in Europa ontstaat geen gelijk speelveld."

Daarop reageerde Rooderkerk (D66) fel: 'Dit klinkt fossiel. Afschaffen van de heffing maakt de overheid onbetrouwbaar door zigzagbeleid.' Beckerman (SP) wees op het argument van een gelijk speelveld: 'Dat verhaal hoor ik al achttien jaar, zo lang ik al in de politiek zit. Op een gegeven moment moet Nederland juist koploper worden.'

Vragen uit de zaal

Een bezoeker vroeg naar grondstoffen voor batterijen en hergebruik. Rooderkerk (D66) verwees naar haar sieraden van Nowa die ze droeg op Prinsjesdag, gemaakt van gerecycled goud uit oude telefoons: 'Een klein voorbeeld van circulaire waarde.' Kröger (GL/PvdA) voegt toe dat er zeer kritisch gekeken moet worden naar de winning van lithium.

Andere vragen gingen over het tanende belang van klimaat bij stemkeuzes. Beckerman (SP) benadrukte dat de rekening niet bij burgers hoort te liggen: 'Laat grote bedrijven betalen, dan houd je draagvlak voor het klimaatbeleid.'

Op de vraag of partijen voor de verkiezingen een klimaatcoalitie zouden moeten vormen, stelde Teunissen dat het een goed idee is, 'klimaat kan juist verbindend werken van links tot rechts.'

Reflectie

Het debat liet zien dat vier progressieve partijen vaak dezelfde lijn volgen. Veel ogen richtten zich daardoor op CDA-kandidaat Poortman, die zijn standpunten stevig moest verdedigen. Ondanks de grote eensgezindheid klonk er uit de zaal ook bezorgdheid: de kans dat Nederland in 2030 de doelstelling van 55 procent emissiereductie haalt, blijft kleiner dan vijf procent.

De inzet voor de komende jaren is helder: uitstoot fors omlaag en hernieuwbare energie verdubbelen. De vraag is nu wie in Den Haag werkelijk lef toont om dat pad in te slaan.