AMSTERDAM - Het aandeel langdurige minimahuishoudens in Amsterdam is de afgelopen jaren gegroeid, van 58% in 2013 naar 65% in 2017. In het algemeen lijken meer minima te profiteren van de economische voorspoed en de inspanningen van de gemeente op uitstroom naar werk. Maar een grote groep van de minima lukt het helaas, om allerlei redenen, niet (duurzaam) hiervan te profiteren. Deze toename is deels te verklaren door de groei van het aantal en het percentage oudere minima. Daarnaast vormen Amsterdammers met een bijstandsuitkering de grootste groep langdurige minima. Deze groep blijft een laag inkomen houden.

Wethouder Moorman: ‘Armoede staat gelijke kansen in de weg en belemmert een grote groep Amsterdammers om volwaardig mee te kunnen doen. Juist de groep die langdurig onder de armoedegrens leeft, heeft vaak te maken met laaggeletterdheid, een laag opleidingsniveau, werkloosheid, weinig werkervaring, schulden, een slechte gezondheid en eenzaamheid. We investeren daarom ruim € 100,- miljoen per jaar in het tegengaan van de armoede-en schuldenproblematiek.”

Armoede onder kinderen in Amsterdam neemt af
Het aantal kinderen in Amsterdam dat opgroeit in armoede neemt af: van 19% (27.090 kinderen) in 2016 naar 18,3% (26.039 kinderen) in 2017. De afname is voor het derde jaar op een rij. Dit blijkt uit de jaarlijkse Amsterdamse Armoedemonitor van de gemeente Amsterdam, gebaseerd op inkomensgegevens van het CBS.

Wethouder Moorman: “Het dalende aantal kinderen in armoede geeft hoop, maar nog steeds zijn er te veel kinderen in deze stad die opgroeien in armoede. De verschillen tussen arm en rijk zijn groot waardoor er nog sprake is van kansenongelijkheid en daar moet een einde aan komen. In Amsterdam moet iedere kind alle kansen krijgen ongeacht het inkomen van je ouders.”

69.590 huishoudens in Amsterdam minima
Ook bij de minimadoelgroep als geheel is een afname van het aantal minima huishoudens te zien. In 2017 behoorde 17, 2% procent van de huishoudens in Amsterdam tot de minima. Zij hebben een huishoudinkomen tot 120% van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en weinig vermogen. In 2016 was dit nog 17,6 %. Ook in absolute aantallen zet de daling door: van 70.111 huishoudens in 2016 naar 69.590 in 2017.

Bereik minimavoorzieningen stabiliseert
Amsterdam heeft minimavoorzieningen voor Amsterdammers met een laag inkomen en weinig vermogen, zoals de Stadspas. Nadat een aantal jaar achter elkaar het bereik van de minimavoorzieningen is gestegen, zien we nu dat dit enigszins stabiliseert. Een kwart van de Amsterdamse minima weet de weg naar de minimavoorzieningen niet te vinden of ziet daar van af. Het bereiken van de minimagroep is complex door de hoge uitstroom en nieuwe instroom. De opgave om het bereik te vergroten, of zelfs op peil te houden, vraagt daarom om continue inzet.