Mensen met een handicap in Midden-Afrika volwaardig laten deelnemen aan de samenleving: dat is het doel van het vijfjarige project We Are Able! dat vanaf dit jaar loopt. Zes hulporganisaties uit Nederland en Midden-Afrika werken samen met mensen met een handicap in dit project, gefinancierd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De coronacrisis laat extra duidelijk zien hoe kwetsbaar de positie van gehandicapten is.


Het is voor mensen met een handicap in ontwikkelingslanden vaak een hele uitdaging om brood op de plank te krijgen. De coronacrisis doet daar nog een schepje bovenop. Uit recent onderzoek van lokale partners van stichting SeeYou blijkt dat 43% van de Ugandese mensen met een handicap deze crisis alleen overleeft met steun van hun omgeving. We Are Able! wil mensen met een handicap in staat stellen om voor hun eigen rechten op te komen en zo toegang te krijgen tot basisvoorzieningen – ook in tijden van crisis. De uitvoering vindt plaats in zes landen: Burundi, de Democratische Republiek Congo, Ethiopië, Zuid-Sudan, Sudan en Uganda. De Nederlandse overheid financiert het programma met 34 miljoen vanuit het beleidskader Power of Voices.

Buitengesloten
We Are Able! is opgezet door het African Disability Forum, stichting SeeYou, Leprazending, VNG International, The Hague Academy for Local Governance en ZOA. Rhonda Eikelboom, hoofd van de programma-afdeling van ZOA benadrukt het belang van de focus op mensen met een handicap: "Dit zijn mensen die vaak buitengesloten worden en geen toegang hebben tot basisvoorzieningen zoals voedsel en sanitair. Ze worden letterlijk niet gezien.'' Ook hier versterkt de coronacrisis de negatieve spiraal waar veel mensen zich in bevinden. Landendirecteur Sophia Mohammed van Light for the World Zuid-Sudan vertelt: ''Sinds de coronacrisis zien we hier in de kampen rond Juba een toenemend aantal gevallen van extreme ondervoeding bij kinderen en volwassenen met een handicap."

Verschuivende verantwoordelijkheden
We Are Able! wordt uitgevoerd met lokale organisaties in de Afrikaanse landen. Eikelboom: ''We hebben gekozen voor een innovatieve aanpak waarbij het programma van meet af aan in nauwe samenwerking met lokale organisaties – met name belangenvertegenwoordigers van mensen met een handicap – wordt ontwikkeld. In de loop van de tijd verschuift de verantwoordelijkheid voor de inhoud en resultaten van het werk steeds meer naar deze Afrikaanse organisaties.'' Uiteindelijk moet dit werk leiden tot maatschappelijke veranderingen in de zes landen waar het programma wordt uitgevoerd. Zodat ook mensen met een handicap gehoord worden, een stem krijgen in besluitvormingsprocessen én toegang krijgen tot basisvoorzieningen.

Kennis en ervaring uitwisselen
Toegang tot basisvoorzieningen voor mensen met een handicap is niet alleen in Midden-Afrika een uitdaging. Ook in Nederland spannen belangenvertegenwoordigers zich hiervoor in. Binnen het programma zullen een aantal lokale 'inclusieve gemeentes' en organisaties zoals Ieder(in) en de Oogvereniging ervaringen uitwisselen met hun collega's in Midden-Afrika.