AMSTERDAM - Het voormalige woonhuis van de joodse schrijver Etty Hillesum wordt aangewezen als gemeentelijk monument. Dat heeft het college B en W besloten. Met het besluit is het huis waar Hillesum haar dagboeken schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog gespaard voor de sloop.

Wethouder Touria Meliani (Monumenten en Archeologie): “De dagboeken van Etty Hillesum zijn niet alleen persoonlijke documenten, maar bieden ook belangrijk inzicht in hoe Joden in Amsterdam tijdens de Tweede Wereldoorlog werden gediscrimineerd en vervolgd. Het huis waar Etty Hillesum heeft gewoond en gewerkt is belangrijk erfgoed voor Amsterdam en verdient daarom bescherming.”

De voormalige koetshouderij met paardenstal voor de huishoudens van Zuid is uniek in zijn soort. De voorgevel, met de voordeur uit de jaren dertig en de ramen van waarachter Hillesum uitkeek op het Museumplein, herinneren aan de tijd dat de schrijver er woonde. In het huis hield Hillesum vanaf maart 1941 haar dagboeken bij. Een selectie uit deze dagboeken zijn in 1981 gebundeld onder de titel ‘Het verstoorde leven’. Het boek maakte vanaf het verschijnen een diepe indruk en is in verschillende talen vertaald. Hillesum werd in 1943 in Auschwitz is vermoord.

Voor het huis aan de Gabriel Metsusstraat zijn plannen gemaakt voor sloop en herbouw. Verschillende erfgoedverenigingen en maatschappelijke organisaties maakten bezwaar tegen deze plannen, onder andere met een petitie. Op 21 april 2020 startte stadsdeel Zuid de procedure om het pand tot gemeentelijk monument aan te wijzen. Met het besluit van het college rust er bescherming op het pand en kan het niet gesloopt worden.