AMSTERDAM - NiNsee, Museum Zonder Muren en IZI Solutions hebben de verkenning naar een museale voorziening slavernijverleden afgerond. Het rapport 'Met de kracht van de voorouders' is opgesteld in opdracht van de gemeente Amsterdam en geeft antwoord op de vraag waar een Nederlands trans-Atlantisch slavernijmuseum aan moet voldoen. De verkenning is op vrijdag 28 mei overhandigd aan burgemeester Halsema en wethouders Groot Wassink (Diversiteit) en Meliani (Kunst en Cultuur) van de gemeente Amsterdam.

Burgemeester Halsema: "De materiele en immateriële erfenis van het slavernijverleden is van onschatbare waarde voor onze stad. Die moeten we zonder schroom of terughoudendheid koesteren. Zonder die erfenis, is het verhaal over waar we vandaan komen incompleet, en blijft wie we willen worden onbereikbaar."

Wethouder Groot Wassink (Diversiteit): "Hoe wij omgaan met ons gezamenlijke verleden is bepalend voor wie we zijn. We moeten de feiten kennen en niet bang zijn voor het gesprek. Daarom is het van groot belang dat we werken aan een plek waar dit gedeelte van onze geschiedenis wordt getoond en besproken. Deze verkenning helpt ons daarbij."

Wethouder Meliani (Kunst en Cultuur): "Ik wil alle partijen danken voor hun werk aan deze eindrapportage. We zetten vandaag opnieuw een grote stap richting een museale voorziening over het trans-Atlantische slavernijverleden. Er gebeurt al veel in de culturele sector op dit onderwerp, maar het blijft van belang dat we ons als gemeente, samen met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, inzetten voor een eigen en permanente plek over onze gedeelde geschiedenis van het slavernijverleden."

Directeur van NiNsee Urwin Vyent, namens de drie partijen: "Met trots hebben we het verkenningsrapport ingediend. Er ligt nu voor het eerst een concreet beeld van wat een (inter)nationaal trans-Atlantisch slavernijmuseum zou moeten zijn en waar het aan moet voldoen. We benoemen ook waar de locatie aan moet voldoen en geven uitgebreid toelichting op het soort gebouw. We zien uit naar het moment dat het museum daadwerkelijk kan worden gerealiseerd."

De verkenning schept een kader waar de museale voorziening aan zou moeten voldoen. De belangrijkste aanbevelingen van het rapport zijn:
- Het nieuwe museum moet een aanvulling zijn op de bestaande museale en culturele voorzieningen die zich met het slavernijverleden bezighouden, en daarmee in verbinding staan.
- Het museum moet een (inter)nationaal instituut en ontmoetingsplaats voor bezoekers van verschillende leeftijden, achtergronden en opleidingsniveaus zijn.
- Het museum moet zich richten op het tonen van de perspectieven, de kracht en de strijd van slaafgemaakten en hun nazaten, waarbij het Nederlands trans-Atlantisch slavernijverleden en de doorwerking daarvan centraal staan.
- In alle presentatievormen van het toekomstige museum moet de focus liggen op de kracht en strijd van slaafgemaakten, in plaats van een benadering waarin enkel schuld en lijden centraal staan.
- De drie partijen zijn van mening dat het (her)interpreteren van verleden, heden en toekomst vanuit het perspectief van slaafgemaakten en hun nazaten onderscheidend zal zijn voor het museale landschap in Nederland.

Vervolg
Het eindrapport is in samenwerking met de gemeente Amsterdam tot stand gekomen. Voor de zomervakantie vragen de gemeente Amsterdam en het ministerie van OCW aan de Raad voor Cultuur en de Amsterdamse Kunstraad een gezamenlijk advies op het eindrapport van de verkenning. Naar verwachting is het advies van de kunstraden in het najaar gereed. Mede op basis van dit advies neemt het college een besluit over de vervolgstappen en legt dit vervolgens voor aan de gemeenteraad. De besluitvorming wordt in november van dit jaar verwacht.