AMSTERDAM - Amsterdam bereidt een nieuwe subsidieregeling voor hybride warmtepompen voor. Met deze regeling wil de gemeente woningeigenaren en woningcorporaties stimuleren om over te stappen op duurzamere verwarmingssystemen. Dit draagt bij aan een vermindering van de CO2-uitstoot in de stad en moet helpen om de energierekening van bewoners te verlagen.
2.500 euro per woning beschikbaar
Het college wil voor de subsidieregeling 7,5 miljoen euro uit het Klimaatfonds beschikbaar te stellen. De subsidieregeling wordt in twee fasen ingevoerd. In de eerste fase kunnen duizend woningen subsidie krijgen. Per woning is 2500 euro beschikbaar. Op basis van de ervaringen uit deze fase wordt bepaald of de regeling voor de volgende 2.000 woningen veranderd moet worden. De regeling richt zich op eigenaar-bewoners van grondgebonden woningen met een maximale WOZ-waarde van ongeveer 512.000 euro, en op woningcorporaties die subsidie kunnen krijgen voor hun grondgebonden woningen. De precieze maximale WOZ-waarde wordt in de uitwerking bepaald.
Uitwerking van de nieuwe koers in de warmtetransitie
Deze subsidieregeling is een uitwerking van de nieuwe koers in de warmtetransitie van Amsterdam. Deze nieuwe koers richt zich op het zo snel mogelijk verlagen van de CO2-uitstoot in de stad, door bijvoorbeeld sneller een aanpak voor warmtepompen te realiseren.
Wethouder Zita Pels (Energie): “We richten ons nu specifiek op woningcorporaties en eigenaren van woningen die niet duurder zijn dan ongeveer 500.000 euro. Zodat ook Amsterdammers en Weespers met een minder dikke portemonnee de kans krijgen om met een hybride warmtepomp te besparen op hun energierekening.”
Hybride warmtepompen
Een hybride warmtepomp werkt samen met de bestaande cv-ketel en kan het gasverbruik met gemiddeld 60% verminderen. Het systeem gebruikt de cv-ketel alleen op koude dagen en voor warm water. Voor grondgebonden woningen zijn hybride warmtepompen een relatief eenvoudige en betaalbare manier om te verduurzamen. Ze zijn goedkoper dan volledig elektrische warmtepompen en leggen ook minder druk op het elektriciteitsnet.