AMSTERDAM - De unieke Amsterdamse volkstuinparken gaan een grotere rol spelen als groene plekken voor Amsterdammers. De gemeenschappelijke delen worden toegankelijker gemaakt. De volkstuinen krijgen daarnaast een eigen budget voor beheer en onderhoud. Tot slot krijgen de huurcontracten een langere looptijd zodat de volkstuinen meer zekerheid hebben over hun toekomst. Deze afspraken zijn in goed overleg gemaakt tussen de volkstuinverenigingen en de gemeente Amsterdam.

Wethouder Van Doorninck (Ruimtelijke Ordening en Grondzaken): "Ik verheug me erop dat in de komende jaren steeds meer Amsterdammers van onze unieke volkstuinparken kunnen gaan meegenieten. Vorig jaar was er grote onrust onder de volkstuinders over de plannen van de gemeente. We hebben toen een pas op de plaats gemaakt en we zijn samen met de volkstuinders nieuwe plannen gaan maken. Ik ben trots dat we dit samen hebben bereikt. We zijn als gelijkwaardige partners opgetrokken en veel initiatief komt bij de volkstuinparken zelf vandaan. Die goede samenwerking wil ik graag vasthouden voor het vervolg van dit proces."

De gemeenschappelijke delen van de volkstuinparken worden meer publiek toegankelijk gemaakt. Elk tuinpark streeft naar uitnodigende entreegebieden en tenminste één aantrekkelijk groen gebied voor bezoekers. Ook gaan zij meer de aansluiting met de buurt zoeken, activiteiten organiseren waarbij ook niet-tuinders welkom zijn en andere vormen van tuinieren stimuleren. De biodiversiteit wordt behouden en waar mogelijk versterkt. De volkstuinparken krijgen bovendien nieuwe huurcontracten met de uitzonderlijk lange looptijd van tien jaar. Zo krijgen de tuinparken voor lange tijd zekerheid over hun toekomst.

Eric van der Putten, voorzitter van de Bond van Volkstuinders, die driekwart van de tuinders in Amsterdam vertegenwoordigt, zegt: "De afspraken passen in de Amsterdamse traditie van tuinieren, natuurontwikkeling en toegankelijkheid. Ze moeten nog wel worden uitgewerkt. Dat vereist versterkte inspanning niet alleen van volkstuinders, maar ook van gemeente."

Huurprijzen en eigen beheerbudget
De nieuwe huurprijzen zijn in samenspraak met de besturen vastgesteld op 95 cent per vierkante meter per jaar voor parken met verblijfstuinen (waar overnacht mag worden), 80 cent voor zogeheten dagparken (waar mensen wel een huisje hebben maar niet mogen overnachten) en 30 cent voor nutstuinparken (moestuinen zonder huisje). De nieuwe prijzen worden geleidelijk over een periode van vijf jaar ingevoerd. De meerinkomsten komen in een bijzonder eigen budget, dat de volkstuinparken zelf beheren en verdelen. Het geld is bedoeld voor beheer en onderhoud van de tuinen.

Van Doorninck: "Soms leidt de ruimte die we willen geven aan eigen zeggenschap en eigenaarschap ook tot een geheel nieuwe werkwijze die best spannend is voor de gemeente. Het met de tuinparkverenigingen in te stellen beheerbudget is daar een mooi voorbeeld van." Tineke de Rijk, vicevoorzitter volkstuinvereniging Linnaeus: "Van verzet naar vertrouwen in een goede samenwerking nu en in de nabije toekomst."

Plan van aanpak per tuinpark

Komend jaar gaan de volkstuinparken aan de slag met een eigen plan van aanpak, waarin wordt beschreven hoe de vernieuwing in hun park eruit gaat zien. Dat zal in elk park anders zijn. Het plan van aanpak moet passen bij het karakter van het park.