AMSTERDAM - Honderden Amsterdammers die vanwege een (tijdelijke) beperking recht hebben op hulp in de huishouding, krijgen die dit jaar waarschijnlijk niet omdat het geld op is. De wachtlijsten lopen ondertussen fors op. De Partij van de Ouderen luidt nu de noodklok. 'Schrijnende situaties liggen op de loer.'


De gemeente Amsterdam geeft op haar website aan dat het minimaal 1 jaar duurt voordat nieuwe cliënten aan de beurt zijn. Tot die tijd staan ze op een wachtlijst. Naar schatting staan er nu inmiddels 500 mensen op de wachtlijst voor hulp in huis. Hoewel de meest schrijnende gevallen nog steeds worden geholpen, dreigen veel andere Amsterdammers in de problemen te komen door het uitblijven van hulp, zegt Cliëntenbelang Amsterdam. "De gemeente moet Amsterdammers met een indicatie voor hulp bij het huishouden, direct ondersteuning bieden. De gemeente heeft namelijk een zorgplicht. Op een wachtlijst plaatsen mag dus niet", zegt Christiaan Dol namens de belangenorganisatie die de wethouder dringend verzocht heeft om mensen niet op een wachtlijst te plaatsen. De gemeente zegt echter dat ze niet anders kan. Er zou te weinig geld zijn om iedereen te kunnen helpen. De gemeente vindt dat de landelijke overheid extra geld beschikbaar moet stellen.

Bezopen
Fractievoorzitter en kandidaat-Kamerlid voor Code Oranje Wil van Soest noemt de opstelling van de wethouder 'bezopen' en eist actie van het college. "Er worden in onze stad iedere dag miljoenen euro's opgebrand in een afvalverbrander, er gaan miljoenen naar een prestigieuze bibliotheek op de Zuidas maar onze kwetsbare mensen die hulp in de huishouding nodig hebben laten we verpieteren? Dat gaat er bij mij echt niet in", zegt een boze Wil van Soest die het college erop wijst dat zij wettelijk gezien in overtreding zijn door de zorgplicht te negeren. "Diverse gerechtelijke uitspraken zijn hier ook glashelder over, het opschorten van hulp vanwege financiële problemen is gewoonweg niet toegestaan. Ik verwacht een hele snelle oplossing van het stadsbestuur", aldus Van Soest die wijst op het enorme belang van de hulp in de huishouding. "Ze maken niet alleen het huis schoon, ze zijn ook de ogen en oren die verwaarlozing en vereenzaming als eerste opmerken. Het belang van deze mensen is niet te onderschatten", besluit het raadslid die schriftelijke vragen stelt aan het college.