AMSTERDAM - Het college van B en W heeft de ambitie om jaarlijks 7.500 nieuwe woningen in aanbouw te nemen en tegelijkertijd het Vereveningsfonds gezond en robuust te houden. Met de huidige problematiek in de bouwsector staan allebei deze ambities onder grote druk. Het college heeft eerder aangegeven datgene te doen wat binnen haar vermogen ligt om partijen perspectief te bieden bij de bouw van woningen en voorzieningen.


Vooruitlopend op het Woningbouwplan 2022-2028 heeft het college besloten de indexering van grondprijzen in overeenkomsten tijdelijk te matigen. Hiermee blijven grondprijsafspraken marktconform en kunnen de gemaakte afspraken uit deze overeenkomsten, veelal de realisatie van nieuwe woningen, tot uitvoering komen.

Wethouder Reinier van Dantzig (Woningbouw): "Met deze tijdelijke maatregel draagt Amsterdam bij aan de uitdaging om van de wooncrisis geen bouwcrisis te maken. De marktomstandigheden zijn sterk veranderd, door stijgende bouwkosten, gestegen rentes, geopolitieke onzekerheid en gestegen inflatie. Het risico dat bouwprojecten stil komen te liggen is momenteel groot. Door het matigen van de indexering bieden we voor bijna zeventig lopende projecten meer zekerheid: dat zijn ongeveer tienduizend woningen."

Het college constateert dat veel van de problematiek in de bouw met name om landelijke oplossingen vraagt, maar Amsterdam wil doen wat binnen haar macht ligt om de bouw van zo veel mogelijk woningen door te laten gaan. Met deze tijdelijke maatregel verwacht het college dat zij haar ambities (jaarlijks 7.500 nieuwe woningen in aanbouw en een gezond en robuust Vereveningsfonds) overeind kan houden.