AMSTERDAM - De gemeente Amsterdam gaat meer ruimte maken voor vrije plekken waar Amsterdammers kunnen experimenteren met cultuur en niet-commerciële initiatieven. Het college van B en W presenteert vandaag de Expeditie Vrije Ruimte. Hiermee geeft het college uitvoering aan de inzet in het coalitieakkoord om rafelranden en tegencultuur te beschermen en maatschappelijke initiatieven van Amsterdammers te faciliteren.


Verspreid in en om de stad zijn veel bijzondere culturele, sociale en groene plekken te vinden die ‘van onderop’ zijn ontstaan. Het zijn plekken in de stad die Amsterdam van oudsher maken tot de aantrekkelijke stad die ze is: met ruimte voor alle groepen en een soms schurende 'tegencultuur'. Het doel en bereik van deze plekken zijn zeer divers. Het gaat bijvoorbeeld om stadslandbouwprojecten, buurtcentra en een laagdrempelig initiatief als een picknicktafel op een vergeten plek in de stad.

Met de groei en verdichting van de stad wordt ruimte voor dit soort initiatieven steeds schaarser en duurder en komt de Vrije Ruimte onder druk te staan. Dat is een onwenselijke ontwikkeling die het college met de Expeditie Vrije Ruimte tegen wil gaan.

Wethouder Marieke Van Doorninck (Ruimtelijke Ontwikkeling): “Het lijkt misschien tegenstrijdig om als gemeente te sturen op vrije ruimte, maar in een sterk verdichtende stad als Amsterdam is het noodzakelijk om actief ruimte te bieden voor spontane initiatieven en ontwikkelingen van onderop. Voor de stad zijn deze van grote maatschappelijke waarde: ze maken de stedelijke leefomgeving op allerlei manieren vitaler, kleurrijker en socialer.”

Wethouder Touria Meliani (Kunst en Cultuur): “Amsterdam is uniek vanwege haar lange traditie van tegencultuur aan de rafelranden van de stad, zoals Garage Noord, Nieuw en Meer en Sexyland. Op deze plekken ontstaat spontaan kunst, kunnen mensen zichzelf zijn en wordt cultuur gezamenlijk beleefd, zonder onnodige bemoeienis van buitenaf. Met de Expeditie Vrije Ruimte willen we dit soort plekken beschermen en in de toekomst meer ruimte geven.”

De gemeente gaat in de komende tijd 10 tot 20 locaties (al dan niet tijdelijk) beschikbaar stellen voor initiatieven van burgers en maatschappelijke organisaties. Dit moet resulteren in meer ruimte voor experiment, ontmoeting en rust voor Amsterdammers. Hiervoor zetten de gemeente gemeentelijk vastgoed en percelen in, en wordt openbare ruimte (tijdelijk) beschikbaar gesteld.

Dit moet initiatieven mogelijk maken op allerlei terreinen: kunst en (nacht)cultuur, duurzaamheid, ecologie, bewegen, voedselproductie, experimentele woon- en werkvormen – of nog iets heel anders. Het kan gaan om initiatieven met verschillende duur: voor een nacht, een weekend, een seizoen, een aantal jaar of permanent. Om te zorgen dat Vrije Ruimte beschikbaar en toegankelijk is voor alle Amsterdammers zal de gemeente bij de toewijzing van (nieuwe) ruimte specifiek kijken naar initiatieven die aanvullend zijn op het huidige aanbod (zowel voor wat betreft de initiatiefnemers als het publiek).

Het terrein van de voormalige RWZI Noord en de naastgelegen Slibvelden in stadsdeel Noord - dat ook bekend staat als ’t Groene Veld - wordt een van de experimenten in de Expeditie Vrije Ruimte. Het stadsdeel wil samen met de buurt van ’t Groene Veld een groene en publieke plek maken, met ruimte voor (kleinschalige) functies op het gebied van natuur, recreatie, sport, kunst en cultuur. Vooruitlopend op de planvorming voor dit gebied gaat de gemeente samen met de buurt alvast aan de slag met een tijdelijke invulling. Het college heeft de intentie om met een nieuwe (tijdelijke) gedoogbeschikking bewoning van het terrein door een deel van de ADM-gemeenschap mogelijk te maken. Daarnaast is de gemeente voornemens om de Culturele Stelling van Amsterdam te betrekken bij de tijdelijke invulling. Zij kunnen met hun organisatiekracht en creativiteit de rol van kwartiermaker van het gebied op zich nemen.