AMSTERDAM - Wekelijks sporten of dagelijks genoeg bewegen maakt mensen gezonder én drukt de zorgkosten. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen in opdracht van de gemeenten Amsterdam en Rotterdam. Het is voor het eerst dat dit verband zo gedetailleerd is onderzocht.


Grootste winst in kwetsbare buurten

De kloof in gezondheid tussen arme en rijke buurten is groot en vertaalt zich direct naar de zorgkosten. Het nieuwe onderzoek laat zien dat sporten en bewegen daar een belangrijke rol in spelen. In kwetsbare buurten levert vooral wekelijks sporten de grootste besparing op, terwijl in welvarende buurten juist dagelijks voldoende bewegen meer verschil maakt.

Het rapport maakt daarom onderscheid tussen bewegen (wandelen, fietsen, traplopen) en sporten (structureel actief zijn, zoals wekelijks trainen). Juist sporten blijkt in kwetsbare buurten het meeste effect te hebben. Preventie via sport en bewegen is dus geen luxe, maar een voorwaarde om de gezondheidskloof te verkleinen.

Forse besparingen

De financiële effecten zijn fors. Als in Amsterdam één procent van de inwoners – ruim 9.000 mensen – wekelijks zou gaan sporten of aan de beweegrichtlijn zou voldoen, scheelt dat naar schatting ruim 14 miljoen euro per jaar aan zorgkosten. Op buurtniveau is te zien dat in Amsterdam Nieuw-West 1% extra wekelijkse sportdeelname – ongeveer 1.700 mensen – een besparing oplevert van 2,7 miljoen euro per jaar. In Rotterdam gaat het in een vergelijkbaar scenario om meer dan 11 miljoen euro.

Oproep tot gezamenlijke inzet

De gemeente Amsterdam heeft de ambitie dat in 2028 zestig procent van de Amsterdammers voldoet aan de beweegrichtlijn. Dat vraagt om de inzet van scholen, verenigingen, werkgevers en bewoners zelf. Amsterdam gebruikt deze onderzoeksresultaten om partners nog beter te betrekken en initiatieven te versterken die inwoners in beweging brengen – bijvoorbeeld met de stadspas 55+ regeling, maar ook binnen het samenwerkingsverband Amsterdam Vitaal & Gezond.

De baten van lagere zorgkosten komen vooral terecht bij zorgverzekeraars en het Rijk, terwijl gemeenten het grootste deel van de investeringen in sport doen. Amsterdam en Rotterdam roepen daarom politieke partijen in Den Haag op om bij de vorming van een nieuw kabinet vanuit het Rijk en de zorgverzekeraars structureel fors meer te investeren in preventie via sport en bewegen. Alleen met gezamenlijke inzet op preventie kunnen de zorgkosten substantieel omlaag en kan gezondheidskloof tussen arm en rijk kleiner worden.