AMSTERDAM - De leden van de Amsterdamse band De Dijk ontvingen vandaag, 25 september, de Andreaspenning uit handen van burgemeester Femke Halsema. Zij ontvingen de onderscheiding vanwege hun invloed op de Nederlandse popmuziek en bijdrage aan het imago van Amsterdam als culturele hoofdstad.


De Dijk wordt in 1981 opgericht door de broers Huub en Hans van der Lubbe. De naam is een verwijzing naar de Amsterdamse Zeedijk: een plek die begin jaren tachtig bekend stond als 'no go' area. De band viert dit jaar zijn 40-jarige bestaan.

In het najaar van 1981 stond De Dijk voor het eerst op het podium in Paradiso. Een jaar later verscheen hun eerste album: De Dijk. De band bracht 25 albums uit en scoorden tientallen hits, zoals Bloedend Hart, Mag het licht uit en Als ze er niet is. Deze nummers worden inmiddels gerekend tot de klassiekers van de Nederlandse popmuziek.

Amsterdam is altijd de thuisbasis van De Dijk gebleven. Er is geen band die zo vaak in Paradiso heeft opgetreden als De Dijk: bijna 80 keer. Vooral hun (tot voor kort) jaarlijkse en steevast uitverkochte decemberconcerten zijn geliefd. Voor hun muziek ontving De Dijk diverse prijzen. In 1987 ontvingen ze de Zilveren Harp, de prijs voor veelbelovende Nederlandse artiesten. Andere prijzen volgden: de Gouden Harp in 1993, de Edison Oeuvreprijs in 2005 en de Popprijs in 2008.

De Dijk heeft grote invloed gehad op de ontwikkeling van de Nederlandstalige popmuziek in de afgelopen 40 jaar. Vanwege deze verdiensten en ook hun grote bijdrage aan het imago van Amsterdam als culturele hoofdstad, ontvangt De Dijk de Andreaspenning.

Andreaspenning
De Andreaspenning wordt toegekend aan personen die grote prestaties hebben verricht op sociaal, cultureel, maatschappelijk of economisch gebied voor Amsterdam met een landelijke uitstraling, en aan personen die zich minimaal tien jaar als vrijwilliger voor een maatschappelijk doel hebben ingezet.