Door de bruggen te koelen met water, vertragen we het uitzetten van de bruggen. De warmte-energie gaat zo in de verdamping van het water zitten, en niet in de brug. Een beetje uitzetten kan overigens wel. Daar is bij de bouw wel rekening mee gehouden. De meeste beweegbare bruggen hebben ongeveer 8 tot 10 millimeter speling. Maar een paar dagen per jaar is het dan toch raak en is er kans dat de wat oudere beweegbare bruggen meer dan 10, tot wel 14 millimeter, uitzetten. Voor het zover is, gaat de waterslang erop. Zo blijft de brug langer werken.
Wanneer wel, wanneer niet?
Vanaf een temperatuur van 25 graden hebben we kans dat de bruggen na een langere tijd van verhitting zo uitzetten dat ze niet meer open kunnen. Voor die tijd starten we met koelen. We houden de bruggen dus vanaf 22 à 23 graden al in de gaten. Bij zeer hoge temperaturen (rond de 32, 33 graden) kan het zijn dat we zelfs tot ver in de avond preventief blijven koelen, om de warmte zoveel mogelijk uit de brug te houden en verdere uitzetting door de warmte voor te blijven.
Belangrijk
Het is voor de stad belangrijk dat de bruggen blijven werken. Voor de beroepsvaart spreekt dit vanzelf, maar ook voor de pleziervaart willen we ervoor zorgen dat de vaarwegen open blijven.
Welke bruggen koelen we?
Er zijn 2 routes waarlangs we de bruggen in Amsterdam koelen. Op de Oostroute koelen we de Hortusbrug. Op de Westroute gaat het om de Zeilstraatbrug, Overtoomsesluisbrug, Kinkerbrug, Katteslootbrug en de Wiegbrug. In stadsdeel Noord koelen we de Bongerdbrug, die niet op een route ligt. En in Weesp koelen we de Lange Vechtbrug.
Voorzichtig op de brug
Wees extra voorzichtig op de bruggen als het wegdek nat is, vooral als u op de fiets bent.