AMSTERDAM - Vóór 2030 willen we minstens 50 megawatt extra elektriciteit opwekken met windmolens binnen onze gemeentegrenzen. De helft van dat vermogen, 25 megawatt wordt dan opgewekt in en rond het havengebied. Voor de andere helft van de windmolens die we nog in Amsterdam moeten plaatsen, zoeken we ruimte in de windzoekgebieden.

25 megawatt komt neer op circa 8 windmolens van het type dat het meest voorkomt in Nederland. Dat zijn windmolens van 3 megawatt per stuk. Maar het kunnen ook meer windmolens zijn met een kleiner vermogen of juist minder windmolens met een groter vermogen.

Havengebied
Een groot deel van het havengebied valt onder het Havenbedrijf Amsterdam. Het Havenbedrijf gaat zich inspannen om 10 megawatt aan windmolens in zijn gebied te plaatsen. Voor de overige 15 megawatt kijkt de gemeente naar het (haven)gebied op en rond de Sloterdijken. Daar zijn al 4 nieuwe windmolens op het terrein van de rioolwaterzuiveringsinstallatie gepland, die meetellen in het totaal.

Ruimte in de haven
Omdat het Havenbedrijf ook ruimte nodig heeft voor andere functies, is de ruimte in de haven beperkt. Zo zijn er plannen voor de opwek, opslag en overslag van andere duurzame energiebronnen en -dragers zoals waterstof. Maar er is ook ruimte nodig voor de vestiging van nieuwe (circulaire) bedrijven.

Vervolgstappen
Voor de andere windmolens die we nog in Amsterdam moeten plaatsen, zoeken we ruimte in de rest van de windzoekgebieden. In het gebied rond de Noorder IJ-plas en het Cornelis Douwesterrein hebben de energiecoöperaties Amsterdam-Wind en NDSM-energie het initiatief genomen om windmolens te plaatsen. Hiervoor is pasgeleden een participatieplan gemaakt in overleg met omwonenden. Dit gebied was in 2012 al aangewezen als een wenselijk gebied voor het plaatsen van windmolens.

Afwegingskader

Voor de overige zoekgebieden in Amsterdam stellen we eerst een afwegingskader op. Hierin leggen we onder meer vast welke belangen we moeten afwegen voordat we een windmolen gaan plaatsen. Bewoners en organisaties kunnen hierover meepraten. Deze gesprekken zijn onderdeel van de zogeheten reflectiefase.