AMSTERDAM - Amsterdammers haalden meer dan de helft van hun eiwitten uit plantaardig eten in plaats van uit dierlijk eten, ze verbruiken 12% minder energie en de gemeente stootte in 2024 75% minder CO2 uit dan in 2018. Dit alles blijkt uit de eerste monitor Onze Stad van Morgen waarmee de gemeente rapporteert over de duurzaamheidsresultaten binnen alle organisatieonderdelen.
In september 2023 heeft het college in Onze stad van morgen uiteengezet hoe het college van B en W de klimaatcrisis bestrijdt, en wat de stad tot 2026 mag verwachten op het gebied van duurzaamheid. Het college vindt het haar plicht om bij te dragen aan een duurzame en leefbare stad voor huidige en toekomstige generaties.
Het rapport bevat enkele opvallende resultaten. Zo daalde het gebruik van nieuwe, niet-hernieuwbare materialen in de stad van 23 miljard kilo in 2018, naar 14 miljard kilo in 2023. Ook is er, mede door de sluiting van de Hemweg-kolencentrale, een forse daling van de totale uitstoot van CO₂ in de haven en industrie: van 5.123 kiloton per jaar in 2019, naar 1.269 kiloton CO₂ per jaar in 2024. Verder heeft 63% van de woningvoorraad nu energielabel A-D, in tegenstelling tot 20% in 2012. En het percentage uitstootvrij verkeer steeg naar 12% in 2024; in 2019 was dat 3%.
Wethouder Zita Pels (Duurzaamheid): “Ondanks dat we ons maximaal inzetten, zijn we er nog niet. We hebben naast onze eigen inspanningen nu ook echt daadkracht vanuit het Rijk nodig, onder meer op het gebied van netverzwaring, verduurzaming van de industrie en grootschalige investeringen in warmtenetten. Ik hoop dat een nieuw kabinet straks eindelijk werk gaat maken van onze toekomst.”
Met het huidige gemeentelijke en nationale beleid stoot Amsterdam in 2030 46% minder uit, terwijl het doel 60% is. Ook voor de circulaire transitie ligt de stad nog niet op koers: het doel is hier om het materiaalgebruik met 50% te verminderen in 2030. De gemeente onderzoekt welke extra maatregelen zij nog kan nemen.