AMSTERDAM - Het College van B en W gaat Amsterdamse broedplaatsen die door de coronacrisis in problemen zijn geraakt, financieel ondersteunen. In broedplaatsen wonen en werken veel startende kunstenaars en creatieven, die te maken krijgen met een plotselinge terugval van inkomsten. Daarnaast zijn de publieksinkomsten van de broedplaatsen grotendeels weggevallen.

De gevolgen van de coronacrisis voor de broedplaatsen in Amsterdam zijn ongekend groot. De ongeveer zestig Amsterdamse broedplaatsen zijn een belangrijk onderdeel van de culturele sector. Denk aan huisvesting van De Appel, een woonplek voor kunstenaars in broedplaats Lely, het cultureel-maatschappelijk ondernemerschap van Tugela85 of de publieksprogrammering in OT301. Wethouder Touria Meliani (Kunst en Cultuur): “Broedplaatsen bieden ruimte aan makers en kunstenaars en behoren tot het creatieve kapitaal van deze stad. Door de coronacrisis hebben kunstenaars in broedplaatsen -vrijwel allemaal ZZP’ers- niet kunnen werken in hun ateliers, en zijn ze opdrachten kwijtgeraakt.”

De noodmaatregel heeft als doel om broedplaatsen en daarmee de kunstenaars te ondersteunen. Het uitgangspunt is dat de extra financiële steun terechtkomt bij de broedplaatsen die dit het hardst nodig hebben. Het college heeft hiervoor een half miljoen euro uit het bestaande budget van Bureau Broedplaatsen gereserveerd.