AMSTERDAM - Met een uitstroompremie voor bijstandsgerechtigden die weer (deels) aan het werk gaan, wil Amsterdam de financiële positie en bestaanszekerheid van Amsterdammers in de bijstand verbeteren. De verandering van bijstand naar betaald werk is van invloed op de hoogte van toeslagen en uitkeringen die niet altijd goed te voorspellen zijn. Dat brengt onzekerheid met zich mee en houdt mensen soms tegen om aan het werk te gaan. Met de premie worden mensen geholpen om deze verandering op te vangen en de uitstroom naar werk makkelijker te maken.

Wethouder Rutger Groot Wassink (Sociale Zaken): “In Amsterdam zien we dat veel mensen tegen hun wil aan de kant staan. Veel mensen zijn onzeker over hun inkomen als zij (deels) weer aan het werk gaan. De uitstroompremie draagt bij aan meer bestaanszekerheid en kan een financiële prikkel zijn in de stap naar werk.

Want het is belangrijk dat mensen weer aan het werk kunnen en zo hun bestaanszekerheid versterken. Zo geven we ze een extra steuntje in de rug en perspectief op een beter leven. Het is een mooie aanvulling op de ‘Agenda Bestaanszekerheid’, waarmee we met verschillende maatregelen de bestaanszekerheid vergroten van mensen met een laag inkomen”.

Premie tussen 300 en 1000 euro

Er komen twee soorten uitstroompremies. Een premie bij volledige uitstroom uit de uitkering en een premie bij de start van deeltijdwerk waarbij de bijstandsuitkering doorloopt. Bij volledige uitstroom naar werk is het bedrag minimaal 300 euro. Bij mensen die langdurig bijstand hadden (18 maanden of langer) loopt het premiebedrag geleidelijk op tot een bedrag van maximaal 1.000 euro. Mensen die starten met deeltijdwerk krijgen eenmalig een premie van 300 euro. Voor beide premies geldt dat minimaal twee maanden gewerkt moet worden. De premie wordt twee keer per jaar uitbetaald, in juni en november. Met de invoering van de uitstroompremie worden enkele bestaande uitstroompremies voor specifieke situaties afgeschaft, zoals na deelname aan een leerstage of proefplaatsing.

Experiment

De uitstroompremie geldt voor alle bijstandsgerechtigden die op af na 1 januari 2024 aan het werk zijn gegaan. Het is een experiment voor de jaren 2024 en 2025.

Na afloop wordt het experiment geëvalueerd, zodat kan worden vastgesteld in welke mate de uitstroompremie bepaalde groepen wel of niet helpt.

Ruim 4.000 Amsterdammers aan het werk

Op basis van ramingen wordt ervan uitgegaan dat jaarlijks zo’n 3.000 mensen volledig uitstromen naar werk en 1.300 mensen in deeltijd gaan werken. De totale kosten voor het tweejarige experiment komen daarmee uit op 2,25 miljoen euro. Deze kosten komen uit het programma Iedereen Kans Op Werk, waarin voor vier jaar 20 miljoen euro is uitgetrokken voor een samenhangende aanpak om Amsterdammers in de bijstand aan het werk te krijgen.