AMSTERDAM - De komende jaren wordt het gebied aan de centrumkant van het Centraal Station en de Prins Hendrikkade helemaal vernieuwd. Nu is de bouw van de ondergrondse fietsenstalling voor het Victoria hotel begonnen. Daarvoor worden damwanden ingetrild. Dat geeft veel geluidsoverlast. De fietsenstalling komt uiteindelijk bijna volledig onder het water te liggen.

Het water tussen het station en de kade wordt veel weidser dan het nu is. Voor de ingang van de stalling worden robuuste materialen gebruikt. De binnenkant wordt licht en ruimtelijk met veel glas. Bij de Martelaarsgracht - het einde van de Nieuwezijds Voorburgwal - komt de ingang. Vanuit de stalling is een directe ingang naar de metro.

Meer water
Een deel van het Prins Hendrikplantsoen wordt hiervoor afgegraven. Zo wordt het water van het open waterfront groter. Het stationseiland krijgt daardoor deels zijn eilanduitstraling terug.

Texelsche kade
Dit stuk Prins Hendrikkade maakte vroeger deel uit van de oude haven en heette Texelsche kade; hier lagen de schepen naar Texel. De kades van de Amsterdamse haven waren bij elkaar vijf kilometer lang en liepen van oost naar west. De haven was open, het Centraal Station kwam er pas in 1889 op in het IJ aangelegde eilanden.

Bron van rijkdom
Amsterdam was een echte waterstad en via het IJ verbonden met de Zuiderzee. Het uitzicht op het IJ was weids en schitterend. De kades van de huidige Prins Hendrikkade met het Damrak en de Dam verderop vormden eeuwenlang het kloppende hart van de stad. Vanaf hier bevoer de Amsterdamse vloot eeuwenlang de wereldzeeën. Dit vormde de bron van de enorme rijkdom van de stad.

Verdwenen uitzicht
In 1876 werden de plannen voor het Centraal Station aan het uiteinde van het Damrak vastgesteld. Acht jaar later kregen de architecten de opdracht voor de bouw. De Nieuwe Stadsherberg die hier stond verdween en op drie aangeplempte eilanden kwam het enorme station op 8687 palen. Bij de bouw waren er verzakkingen waardoor de bouw langer duurde dan gepland. In 1889 werd het gebouw in gebruik genomen.

Met de komst van het station verdween het machtige uitzicht over het IJ. Amsterdam was van een waterstad een landstad geworden. Velen zagen de bouw van het station op deze plek als een historische fout en hadden liever gezien dat het aan de zuidkant van de stad was gekomen. Een andere visie is dat het Centraal Station juist de redding van de binnenstad was.

Prijs
Het Damrak en Rokin, de Nieuwendijk en de Kalverstraat ontwikkelden zich tot destijds de modernste winkelstraten van Nederland. Mensen kwamen per trein vanuit het hele land om de hoofdstad te bezoeken. Amsterdam was nu verbonden met de nieuwe tijd. Amsterdam werd een moderne grote stad.

Zonder het station had dit deel van de stad kunnen verloederen tot een weinig bezochte uithoek van de oude havenstad. Mogelijk was dit dan een verloederd gebied geworden met verroeste en verlaten stukken haven. Zo bezien is het verlies van het zicht over het IJ de prijs voor de redding van het oudste stuk stad.

Nieuwe allure
De komende jaren wordt het stuk stad tussen het Stationsgebouw en het Damrak, van de Schreierstoren tot de Westertoegang helemaal vernieuwd. Er komt meer water, meer groen en meer ruimte voor fietsers en voetgangers. De Prins Hendrikkade tussen Damrak en Martelaarsgracht is autovrij; bussen en doorgaand autoverkeer zijn vorig jaar verhuisd naar de IJ-zijde. Zie voor alle plannen: www.amsterdam.nl/deentree.

Fietsparkeerplekken
Bij elkaar komen er 21.500 fietsparkeerplekken in dit gebied. Fietsers komen van alle kanten naar het station. Het uitgangspunt is dat zij zo snel mogelijk hun fiets kunnen stallen. Daarom komen er fietsparkeerplekken aan alle kanten van het station. Met de herinrichting krijgt een belangrijk gebied van de historische stad weer nieuwe allure.