In de periode 2020–2024 hebben meerdere sportverenigingen van de subsidieregeling gebruik gemaakt. In totaal gaat het om 30 sportverenigingen die voor in totaal 37 projecten steun kregen, bijvoorbeeld voor het verbouwen en renoveren van kantines, kleedkamers, veldverlichting en andere voorzieningen.
Sofyan Mbarki (Sport en Bewegen): "Het verenigingsgebouw is de huiskamer van de club. Hier ontmoet je elkaar voor en na het sporten. Het is een onmiskenbaar onderdeel van het verenigingsleven. Met deze regeling helpen we clubs zodat hun gebouw weer jaren mee kan. Door een deel van de investeringskosten op ons te nemen, maar ook door het de verenigingen zo makkelijk mogelijk te maken door hen te ondersteunen in de aanvraag en in de borgstelling."
Twee derde regeling Noord, Nieuw-West en Zuidoost
Verenigingen in Noord, Nieuw-West en Zuidoost kunnen extra hulp krijgen voor investeringen tot €50.000. Voor hen komt de mogelijkheid om subsidie voor twee derde van deze kosten aan te vragen. Ook kunnen deze verenigingen voortaan elk jaar subsidie aanvragen, in plaats van maar één keer in de vijf jaar.
Uitbreiding regeling
De subsidie kan voor verschillende investeringen worden gebruikt, en in nieuwe regeling ook voor verduurzaming en het toegankelijk maken van het gebouw voor mensen met een beperking. Twee of meerdere verengingen die samen investeren in één gezamenlijk pand en daarmee een verouderd gebouw afstoten kunnen een hogere subsidie aanvragen.
Verder kunnen verenigingen via de regeling bij het afsluiten van een banklening ook gebruikmaken van een borgstelling van StichtingWaarborgfonds Sport (SWS) en de gemeente. Dit is nodig omdat banken zonder borgstelling doorgaans geen lening aan sportverenigingen verstrekken. De looptijd van de borgstelling wordt verlengd van 15 naar 20 jaar, dat betekent lagere maandlasten voor de vereniging, en de maximale borg per project wordt verhoogd van 250.000 euro naar 350.000 euro. Samen met de borgstelling van SWS kan de maximale borg zo oplopen tot 700.000 euro.
Bezuinigingen Rijk
De subsidieregeling helpt verenigingen, maar stijgende bouwkosten, regeldruk en beperkte financiering blijven grote knelpunten. De afbouw van de landelijke BOSA-regeling (van €74 miljoen in 2025 naar €23 miljoen vanaf 2028) maakt subsidie vanuit het Rijk onzeker en plannen risicovoller. Hierdoor lijken grootschalige renovaties en nieuwbouw vaak onhaalbaar, bijvoorbeeld bij startende verenigingen zonder huisvesting, clubs met achterstallig onderhoud en grote verenigingen met te hoge nieuwbouwkosten. Het model van de vereniging als eigenaar staat daardoor onder druk. De gemeente onderzoekt daarom alternatieve vormen van eigendom, exploitatie en financiering. De eerste resultaten van dit onderzoek volgen naar verwachting medio 2026.