AMSTERDAM - De Oranjes hadden eeuwenlang een speciale band met de Jordaan. In de 18e eeuw zagen de Jordanezen de Oranjes als beschermers tegen de onderdrukkende Amsterdamse regenten. In de 19e eeuw werd dat vooral een speciale liefde voor de bijzondere mensen van het koningshuis. Hoogtepunt daarvan was de geldinzameling voor de Gouden Koets in 1897 voor koningin Wilhelmina. Er werd een kapitaal aan kwartjes opgehaald.

De relatie tussen de Oranjes en Amsterdam is historisch bijzonder ingewikkeld. Amsterdam was lang veruit de machtigste stad in de Republiek der Nederlanden. En de Oranjes waren de machtigste familie. Geregeld botsten hun belangen.

Annemarie de Wildt van het Amsterdam Museum schreef het boek 'Amsterdam en de Oranjes'. De Wildt: 'Het was een haat-liefde verhouding. Amsterdam had altijd principiële tegenstanders tegen de monarchie en in de Republiek was er ook aversie tegen de Oranjes. Maar Amsterdam is ook opportunistisch. Een goede verhouding met het vorstenhuis is belangrijk voor de stad. En voor de Oranjes is het ook belangrijk de Amsterdammers voor zich te winnen. In 1980 was de verhouding van de net ingehuldigde koningin Beatrix met Amsterdam ijzig. Maar die werd steeds beter. De verhouding met prinses Maxima en koning Willem Alexander is goed. Dat komt ook doordat de macht van het koningshuis nu kleiner is."

Zelfopofferende liefde

Speciaal is de band met de Oranjes en de Jordaan. De Wildt: 'Die aanhankelijkheid was daar opvallend groot. De bewoners maakten bij jubilea ook al die schitterende versierde poorten. In de Jordaan leefden natuurlijk veel handige timmermannen en die leefden zich dan uit. Er was ook competitie; bewoners van Kattenburg keken wat de Jordaan deed en andersom.'

De Goudsbloemgracht was de armste en smerigste gracht van de stad. Die werd gedempt en naar de koning Willemsstraat genoemd. In 1857 werd de straat op de verjaardag van koning Willem I ingewijd. In 1861 bezocht koning Willem III de straat. De koning had overstromingsgebieden bezocht 'met zelfopofferende liefde en persoonlijk gevaar'. Nu was het de beurt aan de bevolking om hem te bedanken. Hij luisterde welwillend naar enige toespraken van 'eenvoudige burgers uit de mindere stand.' Daarna kreeg hij een zilveren beker met inscriptie van de bewoners.

'Geef me een zoen meid'

Het meest spectaculaire cadeau van Amsterdam aan de Oranjes was in 1897 de Gouden Koets. Die wordt nog steeds op Prinsjesdag gebruikt. Volgens de overlevering ontstond het plan bij de Oranjevriendenkring. Andere buurtverenigingen sloten zich aan bij de geldinzameling. In het dagelijks bestuur van de vereniging hadden de Jordanezen de overhand. Daarnaast was er een erecomité met heren woonachtig aan de grachten, waaronder Jan Herman van Eeghen, commissaris van Rijtuigfabriek Spyker. De schitterende koets kwam er en werd door de jonge koningin in het Paleis voor Volksvlijt bekeken. De dagen ervoor waren veel kwartjesdonateurs 'hun' koets gaan bewonderen. Op 30 april 1988 kreeg Beatrix nog spontaan een kus bij een bezoek aan de Jordaan. "Geef me een zoen, meid", zou de joviale bewoner gezegd hebben.

'Geef me een zoen meid'

Het meest spectaculaire cadeau van Amsterdam aan de Oranjes was in 1897 de Gouden Koets. Die wordt nog steeds op Prinsjesdag gebruikt. Volgens de overlevering ontstond het plan bij de Oranjevriendenkring. Andere buurtverenigingen sloten zich aan bij de geldinzameling. In het dagelijks bestuur van de vereniging hadden de Jordanezen de overhand. Daarnaast was er een erecomité met heren woonachtig aan de grachten, waaronder Jan Herman van Eeghen, commissaris van Rijtuigfabriek Spyker. De schitterende koets kwam er en werd door de jonge koningin in het Paleis voor Volksvlijt bekeken. De dagen ervoor waren veel kwartjesdonateurs 'hun' koets gaan bewonderen. Op 30 april 1988 kreeg Beatrix nog spontaan een kus bij een bezoek aan de Jordaan. "Geef me een zoen, meid", zou de joviale bewoner gezegd hebben.

De Wildt: 'Eberhard van der Laan zei altijd: 'Geschiedenis is de goudmijn van de stad'. Bij onze geschiedenis hoort ook die duistere kant.' De Wildt vindt niet dat we de geschiedenis moeten censureren. 'Het is een sprekend beeld van hoe er toen over de koloniën gedacht werd. Je ziet ze bijvoorbeeld ook op het oude stadhuis, het huidige paleis op de Dam. Dat is een beeld van toen. Maar misschien moet de Gouden Koets naar een museum. Ik vind het goed dat daar discussie over is.'