AMSTERDAM - Kinderen die niet snel genoeg terecht kunnen bij de specialistische jeugdhulp, krijgen de komende maanden lichtere vormen van hulp om te voorkomen dat hun problemen verergeren. Dat heeft de gemeente Amsterdam afgesproken met de aanbieders van (hoog)specialistische jeugdhulp, nu de wachttijden daar verder oplopen.

Wethouder Simone Kukenheim (jeugd): “Momenteel moet 8,5 procent van de jeugdigen langer dan tien weken op (hoog)specialistische jeugdhulp wachten. We verwachten dat zowel het percentage als de wachttijd in de loop van het najaar zullen toenemen. Dat is ernstig en onacceptabel, want het gaat hier om de meest kwetsbare kinderen in onze stad. Daarom gaan we zoveel mogelijk jeugdigen die wachten op specialistische jeugdhulp alvast lichtere vormen van hulp aanbieden. In maart hadden al besloten dat we vanaf 2021 het jeugdstelsel in Amsterdam gaan vereenvoudigen om onder meer de kosten te beheersen. Aanbieders en verwijzers worden gezamenlijk verantwoordelijk voor (de verdeling van) hulp aan kinderen en gezinnen. Daarnaast is en blijft het van groot belang dat Den Haag structureel meer geld uittrekt voor de jeugdhulp.” Naast de oplopende wachttijden, hanteert een groot aantal jeugdhulpaanbieders (18 van de 35) voor de rest van het jaar een cliëntenstop om binnen budget te blijven. Deze cliëntenstop houdt in dat er geen nieuwe cliënten meer worden geholpen; cliënten die al in behandeling zijn kunnen hun behandeling uiteraard gewoon voortzetten of afmaken.

Maatregelen

Voor alle jeugdigen die nu in afwachting zijn van specialistische jeugdhulp, zullen het Ouder- en Kindteam (OKT), de Gecertificeerde Instellingen (GI) en de aanbieders een inschatting maken of wachten verantwoord is. Als blijkt dat een kind direct geholpen moet worden, gebeurt dat op basis van extra financiering. Als onmiddellijke specialistische jeugdhulp niet noodzakelijk is, wordt gekeken of jeugdigen - al dan niet tijdelijk - door middel van lichtere vormen van zorg (overbruggingszorg) geholpen kunnen worden. Daarnaast wordt het OKT momenteel uitgebreid met ambulante medewerkers om gezinnen met complexe problemen te begeleiden. Dit zijn bijvoorbeeld gezinnen die op een wachtlijst van de gecertificeerde instellingen staan; instellingen die gecertificeerd zijn om maatregelen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering uit te voeren. Met de extra begeleiding van ambulante medewerkers worden kwetsbare gezinnen – zonder verwijzing – ondersteund terwijl zij wachten op de inzet van specialistische hulp. Ook moeten escalaties zoals uithuisplaatsingen hiermee zoveel mogelijk worden voorkomen. Daarnaast wordt goed gekeken of (een deel van) het probleem bij de ouders ligt. Indien dat zo is, zal hiervoor passende hulp – zoals volwassen GGZ – worden ingeschakeld. Ook worden er dan partijen bij gehaald die zich richten op de bestaanszekerheidsproblematiek (wonen, werk, inkomen, schulden).

(Hoog)specialistische jeugdhulp is bedoeld voor jeugdigen die de allerzwaarste vorm van zorg nodig hebben, zoals verblijf in een jeugdzorginstelling of intensieve dagbehandeling voor kinderen met een verstandelijke beperking. Deze vorm van jeugdhulp is duur en werd de laatste jaren steeds vaker ingezet, wat zorgde voor (forse) budgetoverschrijdingen. Om dit tegen te gaan heeft Amsterdam begin dit jaar budgetplafonds ingevoerd. Met deze maximale budgetten moeten aanbieders zorg bieden aan een vooraf overeengekomen aantal cliënten. Op dit moment is de verwachting dat het Jeugdbudget met 1 procent (4 miljoen) zal worden overschreden.