AMSTERDAM -Het college van B en W investeert ruim 500.000 euro in projecten die zich richten op de gevolgen van de coronacrisis op het mbo. Covid-19 heeft het grote belang van de zorg getoond en dat meer gekwalificeerde zorgprofessionals nodig zijn. Mbo studenten draaien tijdens deze coronacrisis extra diensten in o.a. de zorg en logistiek en docenten draaien volop mee in de zorg. De gemeente onderzoekt samen met mbo-instellingen hoe de gevolgen van de coronacrisis voor het mbo en zijn studenten beperkt blijven. Op korte termijn gaat het om de verdere openstelling van de mbo- instellingen, omdat veel coronamaatregelen nog van kracht blijven en dat brengt ook voor het mbo grote uitdagingen met zich mee. Op de middellange termijn gaat het om de veranderende economie en arbeidsmarkt, zoals de oplopende tekorten in de zorg. Dit kan bijvoorbeeld met behulp van zomerscholen, praktijksimulaties en stages op school en extra investeringen in PPS-en (publiek-private samenwerkingen).


Wethouder Kukenheim (wethouder Mbo, MBO-Agenda, Beroepsonderwijs en Toeleiding Arbeidsmarkt): “Het mbo laat in deze tijden zien dat het de motor van de stad is. Door de uitbraak van Covid-19 zien we als maatschappij hoe vitaal o.a. de zorg- en onderwijssector zijn. Tegelijkertijd zien we de kwetsbaarheden binnen de zorg en onderwijs, ook vanwege de grote tekorten binnen deze sectoren. Het is van belang dat we zorgen voor meer instroom, goede stageplaatsen en stagebegeleiding, zorgdocenten en opleidingen die goed aansluiten op deze veranderde situatie. Afgelopen jaren hebben we veel geïnvesteerd in het mbo en dit heeft geleid tot mooie resultaten. Deze crisis benadrukt alleen maar hoe belangrijk het is om het mbo te blijven vernieuwen en te blijven investeren in opleidingen voor vitale beroepen.”

Met de MBO-Agenda investeert het college samen met de mbo-instellingen in het toekomstbestendig maken van het middelbaar beroepsonderwijs, een goede aansluiting tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt en een succesvolle schoolloopbaan voor alle studenten, met extra aandacht voor de meest kwetsbare jongeren. Ook speelt de MBO-Agenda in op de veranderende economie en de arbeidsmarkt.

Vernieuwing onderwijs
De MBO-Agenda heeft een belangrijke impuls gegeven aan de professionalisering van docenten en teams, onder andere door het inzetten van de Amsterdamse Teambeurs en het practoraat Mediawijsheid. Mbo-instellingen kunnen via de Amsterdamse Teambeurs jaarlijks subsidie aanvragen bij de gemeente. Het doel is dat na vier jaar ruim 3.000 onderwijsprofessionals in teamverband hebben gewerkt aan hun professionele ontwikkeling en aan onderwijsontwikkeling. In 2019-2020 zijn al 1.249 onderwijsprofessionals bereikt. Ook zijn teambeurzen ingezet gericht op coachend leren. Deze nieuwe vormen van onderwijs binnen het mbo komen juist in deze tijd van afstandsonderwijs erg van pas.


Het practoraat Mediawijsheid is één van de experimenten waarmee mbo-instellingen nieuwe onderwijsmethoden testen in 2019/2020.Docenten ontwikkelen, onder leiding van een ‘practor’, Instrumenten en methoden die zij direct kunnen toepassen in de klas. Dat blijkt in deze uitzonderlijke tijd met onderwijs op afstand van grote meerwaarde te zijn.

Publiek-private samenwerkingen
Eén van de maatregelen in de MBO-agenda is de samenwerking tussen het mbo en het MKB. Met deze publieke-private samenwerkingen (PPS-en) investeren het onderwijs, bedrijfsleven en overheid samen in nieuwe inhoud, leervormen en leerwerkomgevingen. Er zijn in 2019 verschillende nieuwe samenwerkingen gestart. Zo zijn vijf Amsterdamse (vmbo-) schoolbesturen gestart met het een gezamenlijke Techschool en Campus. Zij doen dit in samenwerking met het technisch bedrijfsleven en het mbo. Ook is de MKB Digital Workspace gestart: een initiatief waarin MKB-ondernemers door tech- studenten van

Amsterdamse universiteiten, hogescholen en mbo’s
worden geholpen met de digitalisering in hun bedrijf. De aandachtsgebieden van deze samenwerkingen zijn technologie, circulaire economie en duurzaamheid. De vraag naar personeel in deze sectoren wordt steeds groter, terwijl het onbenut arbeidspotentieel in tijden van crisis toeneemt. Juist nu zijn adequate instroom- en maatwerk (om)scholingstrajecten hard nodig om de vraag en het aanbod bij elkaar te brengen.

Plusscholen
Het afgelopen jaar is ook ingezet op de voortzetting van de aanpak plusscholen. Door deze aanpak hebben in het schooljaar 2018-2019 ruim 700 jongeren in een kwetsbare onderwijspositie zich aangemeld voor een opleiding en hebben 259 jongeren in 2019 een diploma gehaald. Door de samenwerking tussen ROC TOP, ROC van Amsterdam en de gemeente krijgen deze jongeren ook extra begeleiding naar werk. Ook in het komend studiejaar blijft het college hierop in zetten, zeker nu de kansen van deze jongeren door de coronamaatregelen extra onder druk komen te staan.