Het geld wordt onder meer gebruikt om meer leraren en scholen op te leiden tot experts in kwalitatief goed onderwijs, en om het aanbod van effectief leesonderwijs te vergroten. Het doel is de kwaliteitsverschillen in het onderwijs te verkleinen. De onderwijsinspectie concludeerde eerder dit jaar dat deze verschillen nu te groot zijn.
Wethouder Moorman (Onderwijs): “Verschillen in kwaliteit van onderwijs zijn onacceptabel want deze zorgen voor ongelijkheid. In een tijd dat het kabinet 1 miljard bezuinigt op het onderwijs, blijft Amsterdam daarom stevig investeren in leren. Met ONA zetten we in op het verbeteren van de onderwijskwaliteit, door van elkaar te leren wat echt werkt. Dit doen we op die plekken waar veel kinderen van huis uit minder kansen krijgen. We zien dat Amsterdam met dit programma een voortrekkersrol vervult en daar ben ik trots op. Het verkleinen van kwaliteitsverschillen van onderwijs vergt een lange adem en daarom ben ik blij dat we ook de komende jaren samen met schoolbesturen en leraren inzetten op het bieden van goed onderwijs aan nog meer kinderen.”
ONA is in 2022 gestart met gelden uit het Nationaal Programma Onderwijs (NPO), die tijdens de coronacrisis door de Rijksoverheid beschikbaar zijn gesteld. Ook schoolbesturen leverden een substantiële bijdrage. Het geld is onder andere gebruikt voor het opleiden van vier ONA-onderzoeksscholen: Pro Rege (Nieuw-West), Wereldwijs (Zuidoost), Alan Turingschool (Centrum) en De Driemaster (Noord). De vier scholen vormen knooppunten voor professionalisering en kennisdeling in de stad. Ze trainen en begeleiden andere scholen en vervullen een ambassadeursrol: ze verbinden kennis uit onderzoek met de eigen professionele kennis om de lespraktijk te verbeteren.
Met het extra geld kunnen de huidige vier scholen hun rol als kennisambassadeur blijven vervullen. Daarnaast komen er drie nieuwe ONA-onderzoeksscholen en 15 nieuwe leraren die als kennisambassadeur andere leraren kunnen helpen. In totaal zijn in 2026 43 ONA-experts opgeleid en worden 90 basisscholen bereikt. Een tweede pijler is het verbeteren van het leesonderwijs en het terugdringen van taalachterstanden. Vanuit het TaalLab wordt onderzoek gedaan naar de meest effectieve methodes. De derde pijler is de verdere ontwikkeling en implementatie van kansrijke aanpakken voor Amsterdamse basisscholen.
De investering van 3,43 miljoen euro wordt bekostigd met budget voor professionalisering van leraren en extra middelen voor ONA die bij het vaststellen van de Voorjaarsnota zijn vrijgemaakt op de onderwijsbegroting.