AMSTERDAM - Met het programma Meer kans op Werk heeft Amsterdam tussen 2019 en 2021 2.600 Amsterdammers uit de bijstand aan het werk geholpen. Het aantal bijstandsgerechtigden is daardoor nu op het laagste niveau sinds de invoering van de participatiewet in 2015. Dit resultaat is bereikt terwijl de coronacrisis eerder nog voor extra instroom in de bijstand zorgde en de situatie voor bedrijven nog steeds onzeker blijft.

Voor Meer Kans op Werk heeft het college van B en W in 2019 eenmalig 20 miljoen euro extra uitgetrokken. Met dit geld worden mensen sneller kunnen behandelen zodat er sneller samen met hen gezocht kan worden naar een passende baan. Met vrijwel alle Amsterdammers die al langdurig in de bijstand zitten heeft de gemeente opnieuw contact gezocht om te kijken of er niet toch perspectief op werk was. Er zijn teams gevormd van medewerkers met verschillende kennis en expertise die breed kijken naar wat iemand kan, wil, en nodig heeft om betaald aan de slag te gaan, of zich naar betaald werk te ontwikkelen. Door deze aanpak heeft de gemeente nu van 93% van de bijstandsgerechtigden een goed beeld van hun situatie. Voorheen was dat slechts bij 50% het geval.

Wethouder Rutger Groot Wassink (Sociale zaken en Diversiteit): "Investeren in mensen werkt. Aandacht geven aan mensen werkt. Dat blijkt maar weer eens. Maar dat is allemaal niet gratis. Wij hebben daar als gemeente fors veel eigen geld in moeten steken, omdat het Rijk onvoldoende bijdraagt. Ook het nieuwe kabinet trekt onvoldoende geld uit om deze broodnodige intensieve aandacht te kunnen blijven bekostigen."

Landelijk is er volgens onderzoek van Berenschot structureel zo'n 2 miljard euro extra nodig om bijstandsgerechtigden de ondersteuning te bieden die nodig is om hen naar werk te begeleiden. De in het nieuwe coalitieakkoord aangekondigde jaarlijkse investering van 500 miljoen euro voor het hervormen van de arbeidsmarkt, re-integratie en het aanpakken van armoede en schulden, is dan ook ontoereikend om tot wezenlijke verbeteringen te komen.

Banenplannen
Naast het verbeteren van de dienstverlening aan Amsterdammers is in deze coalitieperiode gewerkt aan gebiedsgerichte en sectorgerichte banenplannen. In gebiedsgerichte banenplannen werken werkgevers, de gemeente en maatschappelijke organisaties in één gebied met elkaar samen om mensen aan het werk te helpen en houden, zoals is gebeurd met ZuidoostWerkt!. Ook rond Schiphol en in Noord zijn banenplannen ontwikkeld.

In de sectorgerichte banenplannen werken organisaties branchegericht samen, met name de bouw- en technieksector, gerelateerd aan klimaat- en duurzaamheidsopgaven, en in de zorg. Binnen het banenplan zorg worden Amsterdammers vanuit de bijstand (om)geschoold naar MBO 2 niveau verzorgende.