PUTTEN - Onlangs verscheen de vierde politieke thriller van auteur, Rob van Doorn, ‘Moorden schieten tekort’. Een spannend en rakend verhaal over een Syrische vrouw die op de vlucht slaat voor haar gewelddadige, een hooggeplaatste officier in het leger van Assad. Het feit dat zij geheime informatie heeft doorgespeeld aan haar broer, die deel uitmaakt van de opstandelingen tegen het regime, komt haar duur te staan. Het kost haar broer en zoontje het leven. Aiesha slaat op de vlucht en kan diverse keren ternauwernood uit de klauwen van haar haatdragende echtgenoot blijven. Ze komt, na vele ontberingen, in Nederland terecht.


De combinatie van spannende thriller met overduidelijke politieke stellingen, intrigeren mij en ik ga met auteur, Rob van Doorn, in gesprek.

Rob, je schreef eerder een trilogie over een Haarlemse wethouder. Alle drie uiterst spannende boeken met telkens een relevant en actueel thema. Daar heb je opnieuw voor gekozen, want ook ‘Moorden schieten tekort’ kent zo’n actueel thema. Dat is echter niet het enige. Al jouw boeken bevatten bovendien een duidelijk politiek statement. In je nieuwste boek haal je het vluchtelingenbeleid van onze huidige overheid, fiks onderuit. Hoop je, op dat gebied, iets te bereiken met je boek?

“Een van de mooiste, meest gruwelijke en ingrijpende boeken die ik ooit heb gelezen, is “Im Westen Nichts Neues” van Erich Maria Remarque. Dat boek, over de Eerste Wereldoorlog, is in 1929 geschreven en alleen al in het eerste jaar werden er meer dan een miljoen exemplaren van verkocht. Het is in 25 talen vertaald. Toen ik afgelopen week de krant las over de oorlog in Oekraïne zag ik een foto van militairen die loopgraven bouwden. Het gevoel, dat we in meer dan honderd jaar niets hebben geleerd, greep me bij de strot. Echt, we hebben, ondanks vele boeken en uitspraken van denkers over het voeren van oorlog, nog altijd niets geleerd. Je zou daaruit kunnen concluderen dat boeken geen effect hebben. Maar ik ben geen cynicus. De mens heeft leervermogen, houd ik mezelf voor. Ik hoop met mijn boeken een heel klein beetje bij te dragen aan inzicht, empathie en werkelijke vooruitgang.”

Zo, dat is een mooi streven. En je hebt gelijk, al zou er maar een handvol mensen nadenken over hetgeen je zojuist zegt en er vervolgens naar handelen, dan heb je al iets bereikt. Wanneer die er -op hun beurt- over praten met anderen, ontstaat er al snel een olievlek. Wanneer dat dan ook nog diegenen zijn, die werkelijk een verschil kunnen maken…

Rob, een geheel andere vraag: Komen er personages in jouw boek voor die de lezer mogelijk zal herkennen?

“Mijn boeken worden ook wel factionthrillers genoemd. Dat betekent dat werkelijkheid en fictie door elkaar lopen. “Het is alsof je de krant van vanmorgen leest”, werd in een recensie geschreven. Om de verhalen nog meer te herkennen en te plaatsen in deze tijd, maar vooral om de impact van gebeurtenissen te benadrukken, vind ik het acceptabel en noodzakelijk namen van levende mensen te noemen. Mijn verhalen vragen daarom. Soms verander ik de naam van een persoon, omdat de handelingen niet zeker zijn verricht of uitspraken van die man of vrouw niet zeker zijn gedaan. Zo heb ik in een van mijn boeken oud-minister Van der Steur de heer Kaviaar genoemd. Zo’n bewindsman is dan makkelijk te herkennen.”

Haha, wat een vermakelijk en origineel synoniem! Maar vertel, had je van tevoren een vastomlijnd idee voor het verloop van het verhaal of ontstond het tijdens het schrijven?

“Op hoofdlijnen heb ik een vastomlijnd idee bij het schrijven van een boek. Maar tijdens het schrijven kan het gebeuren dat de bedachte verhaallijn verandert en ook bij het verder uitwerken ontstaan nieuwe ideeën en inzichten. Research geeft basisinformatie, die ik prima als start kan gebruiken, maar om dramatische redenen kan het zijn dat ik feiten verander. Dan wordt het fictie. Het is aan de lezer om feiten en fictie te onderscheiden en beelden om te zetten in een wereld die helemaal waar zou kunnen zijn en misschien ook wel waar is.”

Je bent jarenlang politiek actief geweest, onder meer als wethouder in Haarlem en op social media steek je je mening niet onder stoelen of banken, dus kan ik je ook hier met een gerust hart een hele directe vraag stellen. Wat vind jij van de manier waarop wij in Nederland omgaan met vluchtelingen?

“Schandelijk. Een ander woord is er niet voor. Dat zittende regeringen hun oren laten hangen naar rechtsextremistische partijen en dat bewindspersonen in strijd met de wet handelen en zelfs liegen, bewijst dat de overheid een onbetrouwbare partij is geworden. Dat afhankelijke mensen hier het slachtoffer van worden deert schijnbaar niemand in opeenvolgende kabinetten. Niet alleen in het kader van het vluchtelingenbeleid is dat duidelijk geworden, maar ook in het sociale domein (toeslagenaffaire) blijkt dit, in de volkshuisvesting (900.000 betaalbare woningen in tien jaar beloven, terwijl iedereen weet dat dit onhaalbaar is), de financiële sector (Nederland is een der rijkste landen ter wereld, maar er zijn honderden voedselbanken nodig om mensen te kunnen laten eten; rijken worden rijker en armen worden armer), enz. enz. Nederland is in twaalf jaar afgezakt van gidsland tot de rotte appel in de mand.”

Dank voor je -opnieuw- openhartige antwoord, Rob. Ik denk dat er veel mensen zijn die jouw directe stellingen van harte omarmen. Ik behoor daar zeker toe. ‘Moorden schieten tekort’ is jouw vierde politieke thriller en alweer jouw zesde boek. Wat vind je in het schrijfproces de grootste uitdaging en is er daarbij een verschil bij het schrijven van het eerste boek ten opzichte van nummer zes?

“Voor elk uitgegeven boek geldt dat het vooral is bedoeld om te worden gelezen. Wanneer ik een manuscript schrijf probeer ik me altijd te realiseren dat de lezer voldoende, maar niet teveel context wil hebben om het verhaal te plaatsen. Daarnaast vind ik het belangrijk dat het plot en het verhaal interessant zijn. Het in de gaten houden van de balans tussen die twee hoofddoelen is lastig wanneer je zelf wordt gegrepen door een onderwerp, dat je immers niet voor niets hebt gekozen. Gevleugelde uitdrukkingen zijn ‘schrijven is schrappen’ en ‘kill your darlings’. Ik schrijf nu lang genoeg om te weten dat daarin de grootste uitdagingen zitten. Voor wie mijn eerste thriller - ‘Haarlem Centraal’- kent en wellicht nu bezig is met mijn nieuwste boek ‘Moorden schieten tekort’ zal ongetwijfeld de verschillen zien. Dat was mijn ontwikkelingsproces.

Waar en wanneer schrijf je het liefst?

“In de eerste plaats zou ik vaker willen schrijven dan ik nu doe. Maar ik doe graag uiteenlopende dingen. Dat houdt me voldoende scherp en geeft me ruimte mijn gedachten vrij te maken voor het ‘binnen laten komen’ van nieuwe onderwerpen en plots. Maar mijn andere activiteiten kosten natuurlijk ook tijd. Wanneer ik met een van die andere activiteiten bezig ben, heb ik het gevoel dat ik spijbel als schrijver. Ik schrijf altijd thuis. We zijn onlangs verhuisd, dus nu moet ik mijn plekje nog vinden, maar de landelijkheid en rust van onze nieuwe woonplek biedt ruim voldoende mogelijkheden om met plezier in een verhaal te kruipen. Het tijdstip dat ik schrijf kan enorm verschillen. Ik ben geen man die elke dag om 09.00 uur begint en om 17.00 uur de laptop sluit. Soms werk ik overdag, soms ’s nachts. Soms doordeweeks en soms in het weekend.”

In welke setting kreeg je de meeste/beste ideeën voor je boek?

“Op de momenten dat mijn gedachten even de vrije loop kunnen nemen. Onder de douche, in het bos, in de ochtend of vlak voor het slapen gaan. In dat laatste geval spring ik dan mijn bed uit en begin te schrijven. Het zou niet voor het eerst zijn wanneer ik dan om een uur of zeven ‘s morgens de laptop sluit met het gevoel dat de basis er ligt.”

Haha, oh echt? En dan dus maar slapen na een hele nacht schrijven?

“Ik ga de avond daarop dan wat vroeger naar bed met het tevreden gevoel dat er iets nuttigs is gedaan. Overigens komt het ook voor dat de productie van die nacht later weer door me wordt aangepast, omdat het verhaal in mijn ogen daarom vraagt, maar de start is dan wel gemaakt.”

Je noemde het al, je bent onlangs verhuisd van Amersfoort naar Putten. Hoe bevalt je nieuwe omgeving?

“Het is nog erg pril, want we zijn begin februari dit jaar verhuisd, maar ik kan nu al zeggen dat de omgeving inspireert en rust geeft om het creatieve proces tot wasdom te laten komen.”

Rob tenslotte, heb ik je iets niet gevraagd wat je wél graag kwijt wilt?

“Tot op heden handelen mijn boeken vaak over politiek, oorlog, geweld en de gevolgen daarvan voor gewone mensen. In de vorige eeuw zijn door oorlogsgeweld meer dan honderd miljoen mensen om het leven gekomen. Dat zijn honderd miljoen ongeschreven geschiedenissen van mensen die echt hebben geleefd. Ondanks dit feit blijven we achter oorlogszuchtige, bekrompen (vaak) mannetjes aanlopen en blijven we de oorlogsindustrie pamperen. Nederland staat in de wereld op de tiende plaats van wapen producerende landen. Ons land exporteert moord en doodslag. En dat allemaal omdat het lijkt dat een alternatief voor gewelddadige conflict-aanpak ontbreekt. Intelligente mensen, die wel prioriteit geven aan menselijk leven, hebben allang die alternatieven uitgewerkt en in de praktijk toegepast. Oplossingen die wel tot een betere wereld leiden. Mijn standpunt: geef daaraan aandacht, werk ze uit en daag ook onze regering uit mensen prioriteit te geven in plaats van land en bezittingen.”

Het was haast te verwachten, we sluiten af met een gepassioneerd, politiek betoog. Dank je wel Rob, voor je openhartige antwoorden. Ben jij, na het lezen van dit interview, benieuwd naar ‘Moorden schieten tekort’? Bestel hem dan snel:

‘Moorden schieten tekort’ wordt uitgegeven door Uitgeverij Doornwater als circa 300 pagina’s tellende paperback. Het ISBN luidt 978-90-832770-35. De prijs bedraagt € 20,95.