Amsterdam verandert voortdurend. Je merkt het meteen als je door nieuwe wijken fietst of langs moderne gebouwen loopt. Overal zie je hoe architecten inspelen op duurzaamheid, sociale samenhang en stedelijke vernieuwing. Er verschijnen zowel grote woontorens als ingrepen in historische panden. Hierbij ligt de focus niet op wow-effecten, maar op stedenbouwkundige meerwaarde en leefbaarheid.

Een voorbeeld dat daarbij opvalt, is het Sluishuis op IJburg. Het gebouw lijkt boven het water te zweven, dankzij de constructie met twee betonnen "backbones" en appartementen die er als het ware aan hangen. Je merkt ook de aandacht voor duurzaamheid; met zonnepanelen, driedubbel glas en een EPC-waarde van 0.00 is het gebouw energie-neutraal in zijn werking. Voor bewoners en bezoekers zijn er open ruimtes, zoals een publieke steiger en een deel van het dak dat open is voor iedereen, minstens tachtig dagen per jaar. Dat brengt de stad letterlijk dichterbij.

Dit blijkt overigens niet alleen op nieuwe projecten, maar we zien het ook terug in transformaties. Neem De Nederlandsche Bank: wat ooit een gesloten bolwerk was, is nu een gebouw dat openstaat voor de stad. Mecanoo respecteerde het oorspronkelijke ontwerp, maar maakte het toegankelijk. Je kunt door de voormalige kluis lopen, er is licht en kunst zichtbaar en het voelt als onderdeel van de stad.

Sociale woningbouw en nieuwbouw

Ook sociale woningbouw voelt zich steeds meer uitgenodigd. Voor de Amsterdamse Architectuurprijs 2025 zijn enkele projecten genomineerd waar je dat goed ziet. Bijvoorbeeld Stepstone: een woontoren van tachtig meter hoog op de Zuidas vol sociale huurwoningen, met afwisseling in plattegronden en doorlopende gangen die sociale veiligheid bevorderen. Bovendien springt de gevel in het oog door het gebruik van groen Noors marmer. Of het blok Gentiaanbuurt, waar een renovatie plaatsvindt binnen een beschermd stadsgezicht, mét respect voor historie en tegelijkertijd aangepakt voor hedendaagse woonbehoeften. Je komt projecten tegen waar hout als bouwmateriaal wordt ingezet in sociale woningbouw (zoals De Houten Leeuw) en dat voelt zowel ingetogen als vernieuwend.

Ook grootschalige nieuwbouw wijkt af van traditionele Amsterdamse typologieën. Kijk naar de Sluisbuurt op Zeeburgereiland: daar verrijzen torens tot wel 125 meter. Een mix van woontorens van verschillende hoogten, gecombineerd met waterpartijen en een stedelijk ontwerp dat hoort bij een nieuwe laag van de stad. Of neem het hotel van der Valk op de Zuidas: driehoekig door de vorm van de kavel, met een zwembad dat uitzicht biedt op de stad. Wat opvalt, is de open gevel van glas en de focus op elektrische installaties en duurzaamheid.

Je zou denken dat al die architectuur je kan overweldigen. Maar er is ook aandacht voor menselijke maat. Station Wildeman, dat genomineerd is voor de Architectuurprijs, is geen toren, maar een buurtvoorziening met open gevels, zicht op binnenactiviteiten, vergroende openbare ruimte en een warme ontvangst. Bewoners voelen zich welkom, precies omdat het ontwerp bescheiden en doeltreffend is.

Vanuit het oogpunt van online platform Best Interiors

Het platform Best Interiors volgt trends op het gebied van interieur, exterieur en luxe architectuur. Als je hen vraagt naar de ontwikkeling van hedendaagse architectuur in Amsterdam, komt er een genuanceerd beeld naar voren.

“Je merkt dat de stad steeds vaker vraagt om gebouwen die niet losstaan van hun omgeving, maar juist verbinding zoeken. Mensen hebben minder behoefte aan een object dat er alleen maar staat om indruk te maken. Er wordt gevraagd om ontwerpen die mooi zijn, maar ook bijdragen aan de leefbaarheid en toegankelijkheid van de stad,” vertelt Best Interiors.

Volgens hen is duurzaamheid inmiddels vanzelfsprekend in de architectuur. “We zien dat bewoners en gebruikers steeds kritischer zijn. Ze kijken niet alleen naar het uiterlijk van een gebouw, maar ook naar de materialen, de energieprestatie en hoe flexibel de ruimte te gebruiken is. Duurzaamheid gaat dus niet meer alleen over techniek, maar ook over hoe een gebouw meegroeit met het dagelijks leven van mensen.”

Daarnaast benadrukken ze dat het interieur steeds meer verweven raakt met de buitenkant. “De grens tussen binnen en buiten vervaagt. Je ziet dat architecten in Amsterdam vaak werken met veel glas, open ruimtes en groen. Het idee is dat je de stad voelt, zelfs als je binnen bent. Dat sluit aan bij een bredere behoefte om in contact te blijven met de omgeving en niet opgesloten te raken in een gebouw.”

Met deze visie laat Best Interiors zien dat hedendaagse architectuur in Amsterdam verder gaat dan vormgeving alleen. Het draait om een balans tussen esthetiek, duurzaamheid, gebruik en verbondenheid met de stad.

Wandelingen langs nieuwe verhalen

Je merkt dat Amsterdam steeds meer mix van statig en stedelijk, van verleden en toekomst laat zien. Nieuwbouw staat naast renovaties van monumenten. Torens en pleinen verschijnen, maar niet ten koste van de menselijke schaal. Ook de manier waarop je de stad ervaart verandert: wandelingen en fietstours brengen je langs gebouwen die toegankelijk zijn voor prikkelgevoelige mensen of langs projecten waar zelfbouw en betaalbaarheid samengaan.