Steeds vaker verschijnen er buitenlampen op de markt waarbij de lichtbron niet vervangen kan worden. Producenten beloven een lange levensduur, maar in de praktijk blijken deze lampen vaak eerder stuk te gaan dan gehoopt. Met name regen, vocht en temperatuurschommelingen kunnen de ingebouwde lichtbron aantasten. En als die het begeeft, zit er niets anders op dan de hele lamp weg te gooien.

Dat is niet alleen frustrerend voor consumenten, maar ook een symptoom van een grotere problematiek: de opmars van wegwerpproducten. In plaats van verlichting te maken die te repareren is, lijkt de industrie steeds vaker te kiezen voor goedkope, kortdurende oplossingen. De consument betaalt uiteindelijk de prijs – letterlijk en figuurlijk.

Het milieuprobleem wordt hiermee verder vergroot. Elektronisch afval is al jaren een groeiende bron van vervuiling. Verlichting die in zijn geheel moet worden weggegooid wegens een niet-vervangbare lichtbron, draagt bij aan de verspilling van grondstoffen, energie en geld. Zeker als dat al na een paar jaar gebeurt.

Volgens experts is deze trend niet houdbaar. "We moeten af van het idee dat verlichting een wegwerpproduct is." "Een lamp met een vervangbare lichtbron kan vaak vele jaren langer meegaan," zegt Joris Tijsen, eigenaar van verlichtingswinkel FOIR. "Een goede buitenlamp moet jaren meegaan én te repareren zijn. Anders ondermijnen we ons eigen streven naar duurzaamheid."

Bij FOIR wordt bewust gekozen voor kwaliteit en herstelbaarheid. Buitenlampen met vervangbare lichtbronnen en stevige, waterdichte behuizingen zijn er volop te vinden. Het is een keuze die niet alleen beter is voor het milieu, maar ook voor de portemonnee van de klant. "Wij geloven in producten waar je lang plezier van hebt. Geen snelle oplossingen, maar duurzame verlichting met toekomstvisie," aldus Tijsen.

De vraag naar verantwoorde producten groeit. En met goede reden. Want verlichting die je na een paar regenbuien al moet vervangen? Dat zou geen standaard, maar een uitzondering moeten zijn.