AMSTERDAM - Dina-Perla Portnaar groeit op in de joodse orthodoxie. Als jong meisje vecht zij voor vrijheid en liefde, ontvlucht haar ouderlijk huis en besluit nooit meer terug te keren. We lezen het in Exodus uit de vuurtoren, dat zij schreef over die bewogen periode. Op 11 januari werd het boek officieel gepresenteerd.

Tijdens een drukbezochte avond bij de AKO op de Beethovenstraat in Amsterdam vertelde Dina-Perla Portnaar (32) uitgebreid over haar boek 'Exodus uit de vuurtoren'. Marga Miltenburg van ZijSpreekt interviewde haar over haar unieke boek waarin ze openhartig over haar 18 jeugdjaren schrijft. Een boek over verbale en fysieke mishandeling door haar familie, de tijd op de joods-orthodoxe school het Cheider en het wegkijken door omstanders.

Niet eerder is een dergelijk boek van binnenuit beschreven. Dina-Perla weet op haar achttiende te ontsnappen uit het ouderlijk huis waar ze in het ultra-orthodox-joods gezin leefde in een onveilig leven vol geweld en pesterijen, onder meer van haar gehandicapte moeder. Ze zat op de strenge ultra-orthodoxe joodse school Cheider in Amsterdam, die wist van de gevaarlijke thuissituatie, maar niet consequent ingreep.

Haar boek geeft een sample van de geschiedenis en de beleving van toen. Ze neemt de lezer mee in haar belevenis als kind, tiener en jonge vrouw. De ondertitel Schaduw achter en gezicht naar de zon gaat om een onderzoek naar identiteit, het licht en het donker. De strijder van het licht wil positief handelen voor de wereld.

Dina-Perla wist altijd al dat ze ooit een boek over haar levensgeschiedenis zou schrijven. Toen ze echter ontdekte dat ze geen kinderen kon krijgen besloot ze de verhalen achter haar verhaal, haar familie, uit te pluizen. Voor haar boek sprak ze met haar oude buren, hulpverleners en de schoolleiding van het Cheider.

Tijdens de boekpresentatie en in eerdere interviews benadrukte Dina-Perla dat Joodse gemeenschappen adequaat moeten handelen bij veel situaties en mechanismen en dat humaniteit altijd op de eerste plaats moet komen. 'Sommigen uit de gemeenschap wisten dat het niet goed was bij mij thuis en ze deden niets. Ik had hulp nodig en had uit huis geplaatst moeten worden. Toen ik op mijn achttiende zelf uit huis ging, nadat ik in het ziekenhuis belandde door het geweld van mijn oudste halfbroer, deed ik voor het eerst aangifte en kon ik niet meer terug. Toen ben ik keihard gaan vechten voor mijn leven. Een lerares van het Cheider kwam later nog naar me toe, toen ze las over mijn biologische kinderloosheid. Ze heeft echt bij mij zitten huilen en excuses aangeboden.'

Aansluitend aan het interview nam Dina-Perla de tijd voor de signeersessie en was er een panelgesprek met Bertien Minco (vanuit cultuur en naoorlogse periode), Julie Blocq-Schipper (vanuit educatie/onderwijs), Anne-Marie van Hilst (vanuit sexualiteit) en Chantal Suissa -Runne (vanuit relatie joden-moslims). Zij spraken over de invloed van zaken onder het tapijt schuiven op emancipatie in alle geledingen en benadrukten openheid van zaken en staan voor het welzijn van het kind. Niet wegkijken, maar aanpakken en bespreekbaar maken. Allen vonden het 'enorm dapper, dat Dina-Perla de moed heeft gevonden om het op te schrijven, met als doel dat bepaalde patronen van generatie op generatie niet terug zullen komen'.

Dina-Perla kon tot slot het goede nieuws melden dat Het Nederlands-Israëlitisch Kerkgenootschap, NIK, een meldpunt wil voor slachtoffers van seksueel misbruik, geweld en ander wangedrag. Dit is op 9 januari bekendgemaakt. NIK-secretaris Ruben Vis: 'Het gaat om een onafhankelijk meldpunt. Kernbegrippen zijn: vertrouwen, veiligheid, geborgenheid, expertise, en professionaliteit'.

Het is uitgegeven door Dina-Perla Business en te koop voor € 10,00. ex. btw.