AMSTERDAM - Twee mannen zijn door de politierechter veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 60 uur vanwege een antisemitische muurschildering waar zij betrokken bij zijn geweest. Daarnaast moeten de verdachten binnen twaalf maanden een bezoek brengen aan het Nationaal Holocaust Namenmonument in Amsterdam. Zij zullen daarbij een vertegenwoordiger van het CIDI of van de Liberaal Joodse gemeente Rotterdam uitnodigen.

Op de beledigende muurschildering was voetballer Steven Berghuis te zien, getekend met een haakneus, gekleed in een gestreept concentratiekamp-pak, met een Jodenster op de borst en een keppeltje op het hoofd. Bij de afbeelding stond ‘Joden lopen altijd weg’ geschreven. Berghuis was toen net overgestapt van Feyenoord naar Ajax.

De verdachten werden vervolgd vanwege het beledigen van Joden vanwege hun ras. Ras dient tegenwoordig volgens de Hoge Raad ook uitgelegd te worden als etniciteit of zelfs nationaliteit. De uiteindelijke muurschildering zet de etnische groep Joden bij het publiek in een ongunstig daglicht, verwijst door het concentratiekamp-pak en de Jodenster naar de Holocaust en is derhalve strafbaar als groepsbelediging. Dat de verdachte en de medeverdachte deelnamen aan het publieke debat over de overgang van Berghuis naar Ajax en de muurschildering ook als een kunstuiting moet worden gezien, doet daar niet aan af. Beledigen met verwijzing naar de Holocaust is altijd strafbaar.

Maatschappelijke verontwaardiging

In onderling uitgewisselde berichten blijkt dat de verdachten het beledigende karakter van de afbeelding niet hebben ingezien en blijkt een volslagen gebrek aan enig vermogen tot verplaatsing in wat de Holocaust heeft gedaan en nog steeds doet met de Joodse gemeenschap in het algemeen en overlevenden en hun nabestaanden in het bijzonder.

De straf die de politierechter oplegt, drukt enerzijds de maatschappelijke verontwaardiging over deze inbreuk op de rechtsorde uit. De straf is daarnaast geboden om de verdachten in figuurlijke zin de door hen begane inbreuk op de rechtsorde te laten herstellen en om ze, na het ondergaan van de straf, weer als een volwaardige leden deel te laten nemen aan de samenleving.