Die maandagavond kwam de verdachte rond 19 uur aan bij de snackbar, vermoedelijk onder invloed van alcohol. Het latere slachtoffer was er toen ook al. Een van de getuigen verklaarde later dat er al snel sprake leek van een vervelend gesprek tussen de twee mannen. Vervolgens sloeg het latere slachtoffer de verdachte tot twee keer toe in zijn gezicht. De verdachte heeft verklaard dat hij zich daardoor zo bedreigd voelde dat hij geen ander mogelijkheid zag het slachtoffer te steken zodat hij zelf kon wegkomen uit de snackbar.
Mes
De verdachte liep vervolgens rustig in de richting van zijn huis, maar even later kwam hij rennend terug om het mes dat hij op straat had laten vallen op te pakken. Nadat de verdachte door de politie was aangehouden, werd een mes in de keuken van verdachte in beslag genomen. Na onderzoek werd op het mes DNA van zowel slachtoffer als verdachte aangetroffen. Dit mes voldoet aan de beschrijving die getuigen aan het mes hebben gegeven. Het OM gaat er daarom vanuit dat verdachte met dit mes heeft gestoken. Sectie van het lichaam van het slachtoffer heeft uitgewezen dat het slachtoffer door fors bloedverlies als gevolg van steekletsels is overleden.
Het handelen van verdachte was naar het standpunt van het OM volstrekt buitensporig. Van noodweer of noodweerexces was wat het OM betreft geen sprake omdat de aanval van het slachtoffer op verdachte al was beëindigd. Mogelijk dat eerdere gebeurtenissen die dag hebben meegespeeld bij het handelen van verdachte, zoals een telefoongesprek met zijn moeder, een ruzie met de buren en zijn drankgebruik.
Onvoorwaardelijke gevangenisstraf
De officier van justitie in zijn requisitoir: “Verdachte heeft het meest fundamentele recht van het slachtoffer, het recht op leven, ontnomen. Hij heeft de nabestaanden van het slachtoffer daarmee een groot leed aangedaan. Zij moeten hun zoon en broer voor altijd missen. Daarnaast heeft het handelen van verdachte geleid tot gevoelens van onveiligheid en onrust in de buurt en de samenleving als geheel. (-) Alle genoemde omstandigheden beziend, ben ik van mening dat aan verdachte een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf dient te worden opgelegd. (-) Te zijner tijd dient bekeken te worden op welke wijze verdachte op een verantwoorde wij terug kan keren in de samenleving. Daarom zal ik tevens een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel vorderen.”