AMSTERDAM - Het OM heeft dinsdag in het Marengo-proces levenslange gevangenisstraffen geëist tegen Ridouan T. en 4 medeverdachten. Zij staan terecht voor zes moorden, vier moordpogingen en de voorbereiding van vier moorden en een aanslag met een raket op een spyshop. Bovendien worden zij beschuldigd van deelname een criminele organisatie die onder meer tot doel had het plegen van moord.


Tegen 5 verdachten eiste het OM gevangenisstraffen van 20 jaar tot 26 jaar en 8 maanden. Vijf verdachten hoorden straffen van 5 jaar en 11 maanden, 14 jaar en (3x) 16 jaar cel tegen zich eisen. Het requisitoir in de strafzaak tegen Said R., volgens het OM de rechterhand van T., wordt het requisitoir op een later moment uitgesproken vanwege de nog lopende behandeling van zijn strafzaak.

De eis tegen kroongetuige Nabil B. was gehalveerd na een basiseis van 20 jaar. Aan hem komt volgens het OM de maximale strafkorting toe die volgens de wet is toegestaan. De officieren van justitie: “Bij het sluiten van de overeenkomst en de toegezegde korting is het ernstig gevaar waaraan B. zich door het afleggen van verklaringen zou blootstellen, meegewogen. Op dat moment kon echter niemand zich nog voorstellen op welke vreselijke wijze dat gevaar zich zou openbaren.”

Achteloos

Uitgangspunt is en blijft dat bij het opleggen – en dus ook eisen – van een levenslange gevangenisstraf terughoudendheid is geboden, aldus het OM. De officieren van justitie: “Wij hebben toegelicht dat het in Marengo gaat om een volstrekt gewetenloze moordorganisatie, die achteloos en onverschillig mensen om het leven heeft gebracht. Het geweld van deze organisatie is ontwrichtend gebleken. De gevolgen daarvan zijn niet alleen voor de nabestaanden voelbaar geweest, maar hebben ook breder in de maatschappij hun nawerking gehad.” Mede om die reden heeft het OM in een aantal gevallen een levenslange gevangenisstraf geëist.

Onmisbare schakel

Elke verdachte is een onmisbare schakel geweest in de criminele organisatie, aldus de officieren van justitie op de laatste dag van hun requisitoir. “Als opdrachtgever van de moorden, als degene die de opdracht voor moord heeft aangenomen en heeft uitgezet, als tussenpersoon bij het doorgeven van informatie, als spotter en als regelaar en vervoerder van wapens, auto’s, safehouses, geld, bakens of PGP-telefoons.”

De eerste moord in een tijdsbestek van nog geen anderhalf jaar was die op Ronald Bakker op 9 september 2015. Volgens het OM was het voor T. niet voldoende Bakker te vermoorden. Er moest met een raketwerper ook een aanslag worden gepleegd op de Spyshop waar hij werkte, terwijl er mensen in het pand aanwezig zouden zijn. Het doel van de aanslag was duidelijk te maken dat niemand het nog in zijn hoofd zou halen T. en zijn organisatie te verraden.

Ook Samir Erraghib moest dood omdat hij informatie over T. zou hebben doorgegeven. De schutters moesten desnoods naar binnen gaan in zijn woning om hem te vermoorden. Om zeker te zijn van het slagen van een liquidatie had T., die de regie had, opdracht gegeven dat er altijd ‘headshots’ moesten worden gegeven. Vier van de zes dodelijke slachtoffers zijn ook op deze wijze doodgeschoten.

De aanleiding drie weken later voor de moord op Abderrahim Belhadj was klein, aldus de officieren van justitie. Het ging om een schuld die hij niet zou willen terugbetalen. Ook hield T. er rekening mee dat Belhadj tegen hem zou verklaren in het onderzoek 26Koper. Met deze moord wilde T. volgens het OM het signaal afgeven dat met hem niet gesold kan worden.

Ook Ranko Scekic moest worden vermoord omdat hij mogelijk in 26Koper tegen zou kunnen verklaren. “Scekic is op straat vermoord, voor zijn eigen woning, terwijl zijn kinderen en vrouw in die woning aanwezig waren en alles hebben meegekregen. De wijze waarop de moord is uitgevoerd is brutaal en grof. Terwijl Scekic al op de grond lag, is hij meerdere keren van dichtbij beschoten.”

Daarna is voor het eerst geprobeerd op 2 juli 2016 Martin Kok met auto en al op te blazen. Op 8 december volgde een nieuwe poging en met grote volharding is later diezelfde dag Kok alsnog van dichtbij doodgeschoten.

De laatste moord in het Marengo-strafdossier is die op Hakim Changachi voor zijn woning in Utrecht op 12 januari 2017. Hij werd het slachtoffer van een zogenoemde vergismoord. Doodgeschoten bij vergissing, omdat hij werd aangezien voor een vriend, die gepraat zou hebben.

Vernietigende machtsstructuur

De officieren van justitie spraken van “een vernietigende kracht die van deze machtsstructuur is uitgegaan”. De criminele organisatie opereerde achteloos en onverschillig met een totaal gebrek aan respect voor mensenlevens. “Het is schokkend om te lezen hoe de verdachten hun vreugde over een geslaagde moord met elkaar in PGP berichten deelden, met kreten als “Whoopwhoop” en andere uitingen van blijdschap. Een mensenleven behandeld als een wegwerpartikel.”

Het OM wees de rechtbank ook op het zwijgen van vrijwel alle verdachten. Met hun zwijgen hebben zij geen enkele verantwoording genomen voor hun daden. Zij hebben geen uitleg gegeven voor het overgrote deel van de hen belastende feiten en omstandigheden. Vrijwel alle verdachten hebben ervoor gekozen geen opening van zaken te geven.

Alleen met de verklaringen van Nabil B. is belangrijk bewijs verzameld, ook over zijn eigen rol bij de strafbare feiten. “B. heeft vooral uit eigenbelang een overeenkomst met de Staat gesloten. Maar dat neemt niet weg dat mede door zijn verklaringen een reeks van moorden opgelost kon worden. Opdrachtgevers en andere betrokkenen bij die moorden konden worden vervolgd en berecht.”