AMSTERDAM - Het Openbaar Ministerie (OM) heeft vandaag voor de rechtbank in Rotterdam een onvoorwaardelijke gevangenisstraf geëist van 6 jaar tegen een 35-jarige man uit Amsterdam. Het OM verwijt hem errorismefinanciering, overtreding sanctiewet, deelname aan een terroristische organisatie, valsheid in geschrifte en het onjuist doen van aangifte inkomstenbelasting. Ook twee andere verdachten, een 33-jarige man uit Vlaardingen en 38-jarige man uit Uitgeest moesten zich in deze zaak voor de rechtbank verantwoorden. Zij worden verdacht van bankieren zonder vergunning en deelname aan een criminele organisatie.


Onderzoek startte na mediapublicaties

Het OM kwam de verdachten op het spoor na een aantal publicaties in de landelijke media in maart en april 2019. De 35-jarige verdachte zamelde in de periode 2018-2020 ruim een ton aan euro’s en dollars in voor circa 25 vrouwen die naar Syrië waren uitgereisd en uiteindelijk – na de val van IS aldaar – in Koerdische kampen terecht zijn gekomen. Deze vrouwen kwamen uit IS-gebieden en maakten onderdeel uit van IS. Het overgrote deel van deze vrouwen stond en sommigen staan nog steeds op de sanctielijst.

Geld inzamelen

De vrouwen voor wie het geld bestemd was, bevonden zich in de kampen met de kinderen. Kinderen spelen bij IS een hele belangrijke rol omdat deze in de ogen van IS de potentiele nieuwe Jihadstrijders zijn. Met als doel om het voortbestaan van Islamitische Staat te verzekeren en de strijd te ondersteunen. Zonder financiering is dit bijzonder lastig. De vrouwen namen een belangrijke (maatschappelijke) taak op zich binnen IS. Zo verzorgen ze hun strijdende man, doen ze aan werving en online campagnes om het gedachtegoed van IS te verspreiden. Ook namen sommige vrouwen deel aan de IS-politie.
De verdachte haalde geld op voor deze vrouwen bij hun familieleden. Maar ook stuurde hij jihadistisch getinte video’s door aan zijn eigen contacten en verzocht om donaties.

Opzettelijk bankieren zonder vergunning

De verdachte verzond het geld via de hawala-methode; valuta wordt op deze manier verstuurd buiten het gereguleerde financiële systeem om. De hoofdverdachte had contact met de twee hawala-bankiers die de opdracht kregen tot het verrichten van deze transacties.

Strafeis

De officier van justitie: “Door het financieren van terrorisme, geld ter beschikking te stellen aan personen op de nationale sanctielijst terrorisme en aan IS heeft verdachte het verbod daartoe in zowel de internationale regelgeving als de nationale wetgeving naast zich neergelegd. Deze regelgeving is internationaal gezien van groot belang, omdat het doel ervan is te komen tot een gezamenlijke handhaving of herstel van de internationale vrede en veiligheid en de internationale rechtsorde en de bestrijding van terrorisme te bevorderen. Terrorisme wordt internationaal gezien als één van de ernstigste misdrijven. Het raakt rechtstreeks de openbare orde en/of de veiligheid en stabiliteit van een samenleving en haar burgers.”

Een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaar voor de 35-jarige verdachte, met aftrek van de voorlopige hechtenis, vindt de officier van justitie dan ook op zijn plaats. Tegen de 33-jarige verdachte en de 38-jarige verdachte eiste het OM respectievelijk 18 en 24 maanden gevangenisstraf.

De rechtbank doet woensdag 31 augustus uitspraak in deze zaak.