Nederland - Vandaag starten drie politie-eenheden met de pilot 0-emissie. Het komende jaar testen zij verschillende emissieloze voertuigen, zoals elektrische auto’s, motoren en speed pedelecs. Die voertuigen worden gerouleerd tussen basisteams in de eenheden Midden-Nederland, Oost-Nederland en Amsterdam. Het doel is om te zien wat het voor de operatie en bedrijfsvoering betekent om emissieloze voertuigen te gebruiken. Hiermee bereidt de politie zich ook voor op toekomstige aanbestedingen van het wagenpark.Pilot

De politie doet veel om duurzamer te worden. Een van de acties is het testen van emissieloze voertuigen. De pilot 0-emissie, die vandaag start, geeft verschillende basisteams binnen de eenheden Midden-Nederland, Oost-Nederland en Amsterdam een jaar lang kans om de emissieloze voertuigen eens goed uit te testen. Het zijn extra voertuigen die een aanvulling zijn op wat de teams al hebben staan. Ook moeten de voertuigen volledig voldoen aan alle vereisten die nu voor voertuigen gelden.

Het gaat om verschillende soorten elektrische auto’s, motoren en speed pedelecs, die gaan rouleren tussen de basisteams. Elke eenheid heeft vier maanden om de voertuigen uit te proberen. Maar ze moeten zeker ook kijken naar wat niet prettig werkt, stelt Pim Miltenburg, hoofd operatiën Oost Nederland en voorzitter van de stuurgroep 0-emissie. ‘Het doel is om te zien wat het voor de operatie betekent om emissieloze voertuigen te gebruiken.’

Feedback

Om goed te kunnen testen, worden de voertuigen gedurende een jaar uitgeprobeerd. Door verschillende teams, in verschillende omgevingen en tijdens verschillende seizoenen. Want rondrijden in de stad is niet hetzelfde als op het platteland en rondrijden in de zomer is niet hetzelfde als in de winter. Miltenburg hoopt daarom aan het einde van de pilot op veel nuttige feedback van de collega’s. ‘Ik ben benieuwd of mensen er in druk verkeer van schrikken als er ineens een politieauto langsrijdt, omdat ze niks aan horen komen. Maar ook wat er gebeurt als je een melding krijgt en je kunt geruisloos aan komen rijden.’

Infrastructuur

Er moet ook praktisch worden getest. De laadtijd en actieradius van de elektrische voertuigen, bijvoorbeeld. ‘Het regelen van de infrastructuur die nodig is om te testen was nog het meeste werk in de voorbereiding. Want elk voertuig moet worden opgeladen en daar zijn laadpalen voor nodig op de parkeerplaats. Dan moet je dus ook rekening houden met de stroomcapaciteit van het bureau. Mocht nou blijken dat het opladen erg lang duurt, dan hebben we uiteindelijk een groter wagenpark nodig om inzetbaar te blijven’, aldus Miltenburg.

Eisen

Voor de toekomstige aanbesteding voor het wagenpark moet bekend zijn welke eisen er worden gesteld aan de nieuwe voertuigen. ‘Zo is bijvoorbeeld de middenconsole bij de emissieloze voertuigen verlaagd om een beter zitpositie te verkrijgen, omdat we hier kritiek op kregen bij de Mercedes B. Die leerpunten hebben we meegenomen. Nu uitgebreid testen helpt ons voor de volgende grote aanbesteding.’