AMSTERDAM - Het Openbaar Ministerie (OM) is niet in hoger beroep gegaan in de strafzaak MH17. Het OM is zeer tevreden dat het vonnis nabestaanden duidelijkheid heeft gebracht over de werkelijke toedracht van het neerhalen van vlucht MH17 op 17 juli 2014. Daarnaast constateert het OM dat de rechtbank de officieren van justitie voor het overgrote deel heeft gevolgd, zowel op de punten van het bewijs van de ten laste gelegde feiten als de op te leggen straf.


Op donderdag 17 november 2022 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de strafzaak MH17. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat vlucht MH17 op 17 juli 2014 is neergehaald met een BUK-raket vanuit door separatisten bezet gebied in Oost-Oekraïne, en dat Girkin, Dubinskiy en Kharchenko daar strafrechtelijk verantwoordelijk voor zijn. De rechtbank heeft hen daarvoor veroordeeld tot de hoogste straf, een levenslange gevangenisstraf. Dit was ook zo door het Openbaar Ministerie geëist.

Heldere overwegingen over bewijsmateriaal

Van de vierde verdachte, Pulatov, heeft de rechtbank vastgesteld dat hij wist van de inzet van de Buk-TELAR en die inzet aanvaardde. Anders dan het Openbaar Ministerie acht de rechtbank echter niet bewezen dat hij daar strafrechtelijk verantwoordelijk voor is. Daarom sprak de rechtbank hem vrij.

Een hoger beroep zou voor de nabestaanden een grote belasting betekenen, omdat zij dan nog langer in onzekerheid blijven over de uitkomst van de strafzaak. De huidige vonnissen bieden de nabestaanden over een aantal belangrijke onderwerpen zekerheid. Daarnaast bevatten de vonnissen heldere overwegingen over de bewijswaarde van getuigen- en deskundigenverklaringen, beeldmateriaal, tapgesprekken en over de aard van het gewapende conflict dat in juli 2014 in Oost-Oekraïne aan de gang was en de rol van de Russische Federatie daarbij. Zij zijn daarom ook bruikbaar voor parallelle (civiele) procedures die zijn aangespannen naar aanleiding van het neerhalen van MH17. Het Openbaar Ministerie heeft al deze elementen meegewogen bij de beslissing om niet in hoger beroep te gaan.

Onherroepelijke vonnissen

Omdat het Openbaar Ministerie afziet van hoger beroep is het vonnis in de zaak van Pulatov onherroepelijk geworden. Ten aanzien van de veroordeelden Girkin, Dubinskiy en Kharchenko stelde de rechtbank op de terechtzitting van 17 november 2022 vast dat zij op de hoogte zijn van die zitting. Dat maakt dat zij binnen veertien dagen na de einduitspraak hoger beroep konden instellen. Nu zij dat niet hebben gedaan, en het Openbaar Ministerie ook niet, meent het OM dat ook die vonnissen onherroepelijk zijn.

Tenuitvoerlegging straffen

De tenuitvoerlegging van de opgelegde straffen, waaronder de schadevergoedingsmaatregel, van veroordeelden Girkin, Dubinskiy en Kharchenko is nu overgedragen aan het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het Administratie- en Informatiecentrum voor de Executieketen (AICE) is binnen het ministerie verantwoordelijk voor deze tenuitvoerlegging. Voor de internationale signalering en opsporing van de veroordeelden wordt het Fugitive Active Search Team (FAST) betrokken. De internationale signalering op basis waarvan de veroordeelden kunnen worden aangehouden, blijft gehandhaafd.

De Russische Federatie levert geen onderdanen uit. Daarom zal niet om uitlevering van de veroordeelden worden gevraagd. Wel zullen blijvend inspanningen worden verricht om er voor te zorgen dat veroordeelden Girkin, Dubinskiy en Kharchenko hun straf zullen ondergaan. Het OM is van mening dat geen enkele veroordeelde zijn straf mag ontlopen.