AMSTERDAM - Tegen een 37-jarige man uit Amsterdam heeft de officier van justitie vandaag een gevangenisstraf van 36 maanden geëist voor het seksueel uitbuiten van een 36-jarige vrouw uit Amersfoort. In de periode eind 2018 tot medio 2020 moest zij het geld dat zij verdiende met prostitutie aan hem afstaan. Ook eiste de officier dat hij dit bedrag, ongeveer 40.000 euro, aan haar terugbetaalt.


Het onderzoek startte toen een medewerker van Veilig Thuis melding maakte van de uitbuiting. De vrouw, die verstandelijke beperkt is, kreeg wekelijks begeleiding en vertelde aan de begeleidster wat haar was overkomen. Ze had een relatie gekregen met de Amsterdammer en hoopte op een fijne toekomst samen. De man ging hier in mee. Om van haar schulden af te komen en om aan die toekomst samen te bouwen, was ze bereid geld te verdienen met webcammen en later ook prostitutie. Hij hielp haar een advertentie te maken en te plaatsen op internet en zei dat ze haar verdiensten naar hem moest overmaken. Hij zou dat geld voor hun toekomst beheren. Zijn bemoeienis ging verder: hij bepaalde de werktijden en de prijzen, hij spoorde haar aan meer klanten te werven, en meer geld te vragen.

In de loop der jaren maakte ze zo’n 40.000 euro naar hem over. Hij besteedde dat geld aan leuke dingen voor zichzelf, zoals een televisie en telefoon, maar ook aan feestjes, etentjes en reisjes met diverse andere vrouwen waar hij tegelijkertijd ook een relatie mee had. Het slachtoffer kreeg niets. Van een relatie was volgens het OM geen sprake. Hij bezocht haar enkele keren per jaar; zij is nooit bij hem thuis geweest. Ze gingen niet uit en zij kende zijn familie niet. Op de zitting zei de verdachte dat hij zich voor haar schaamde. Wat hij wel deed was appen: over het werk, de klanten, de prijzen. In de vele appgesprekken kon hij haar ook beledigen, vernederen en onder druk zetten. Zo maakte hij misbruik van haar kwetsbare positie. Hij dreigde de relatie te beëindigen als ze niet meer klanten zou regelen en geld zou verdienen. Als ze aangaf dat ze hem vaker wilde zien, zei hij dat ze ‘haar bek moest houden’, niet moest zeuren, klanten moest regelen en geld naar hem overmaken. Ondanks alles bleef ze, goedgelovig, lief en trouw als ze is, jarenlang geloven en hopen op een toekomst samen.

De officier van justitie vond bewezen dat hij zich schuldig had gemaakt aan mensenhandel, door een relatie met haar aan te gaan, een toekomst samen te veinzen, door te dreigen de relatie te beëindigen als ze niet zou doorgaan met het werk en door het geld op te strijken. Ze eiste naast de gevangenisstraf van 36 maanden en het terugbetalen van het geld, in het belang van het slachtoffer een contactverbod met haar voor de duur van vijf jaar.