AMSTERDAM - Ridouan T. is de opdrachtgever van alle moorden, pogingen moord en voorbereiding voor moord in de zaak 26Marengo. Het gaat daarbij niet alleen om het laten doodschieten van slachtoffers, maar ook om het laten opblazen van auto’s en gebouwen met (vermoedelijk) mensen daarin.


T. is niet alleen de opdrachtgever, maar hij is ook bij de uitvoering van die moorden nauw betrokken. Hij gaat over de auto’s die bij de moorden worden ingezet, hij bepaalt welke wapens er zullen worden gebruikt, op welke manier het slachtoffer moet worden doodgeschoten (met “headshots”), hij ontvangt de informatie van de spotters en hij staat (al dan niet via zijn broer Morad T.) in contact met de schutters. Bij T. komen alle lijntjes van de verschillende moorden samen.

Hij is degene die beslissingsbevoegd is op alle fronten en hij is degene die daadwerkelijk alle beslissingen neemt. En die beslissingen gaan over leven en dood. T. heeft met de opdrachten tot moord een spoor van verwoesting en verdriet achtergelaten.

T. is bij al deze feiten steeds op veilige afstand gebleven. Hij heeft zelf niet het risico genomen om op de plaats delict te zijn; dat risico heeft hij bij zijn uitvoerders neergelegd. Tussen die uitvoerders zitten ook jonge mannen, die twintigers zijn als zij de gevangenis in gaan en dat voor een relatief kleine beloning per moord. Een beloning die alleen wordt uitbetaald als de moord daadwerkelijk is gelukt. Is de moord niet gelukt, dan lopen de uitvoerders het risico om zelf een “los eindje” te worden en te worden vermoord.

Controle en terreur

T. heeft zijn positie binnen de criminele organisatie die door hem werd geleid en binnen het criminele milieu kunnen handhaven door het uitoefenen van totale controle en terreur. Zelfs de leden van zijn eigen organisatie werden door hem gewantrouwd. Ieder lid kon immers een potentiële getuige tegen T. worden. De informatie die T. via verschillende kanalen liet verzamelen, gebruikte hij om ervoor te zorgen dat hij zelf buiten beeld van politie en justitie kon blijven.

“Gelet op de ernst van de feiten en de rol die T. hierbij heeft gehad, komen wij tot de conclusie dat ter vergelding en ter voorkoming van herhaling van soortgelijke feiten de maximale gevangenisstraf passend en geboden is. Wij eisen dan ook een levenslange gevangenisstraf.”